(3havo/vwo) H6 mensen in het zand- en lösslandschap paragraaf 4

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 4 H6
  • maken opdracht 1 t/m 8
  • nabespreken paragraaf 4
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • Welke veranderingen hebben er plaats gevonden in het Zandlandschap?
  •  Wat het verschil is tussen het landbouwsysteem op de zandgronden vroeger en nu
  • Benoem 3 kenmerken van het lösslandschap?
  • Waar heeft erosie voor gezorgd in het lösslandschap?
  • Welk deel van lösslandschap is vruchtbaar?
  • Leg uit hoe holle wegen zijn ontstaan?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 4 H6
  • maken opdracht 1 t/m 8
  • nabespreken paragraaf 4
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • Welke veranderingen hebben er plaats gevonden in het Zandlandschap?
  •  Wat het verschil is tussen het landbouwsysteem op de zandgronden vroeger en nu
  • Benoem 3 kenmerken van het lösslandschap?
  • Waar heeft erosie voor gezorgd in het lösslandschap?
  • Welk deel van lösslandschap is vruchtbaar?
  • Leg uit hoe holle wegen zijn ontstaan?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

uitleg/aantekeningen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zandlandschap
Kenmerken
  • Oostkant van Nederland
  • Relief (hoog Nederland)
  • Onvruchtbare grond
  • Esdorpen
  • Heide
  • Extensieve en intensieve landbouw

Ontstaan
In het pleistoceen afgezet. Er heerste een poolwoestijn en Noordzee droog was. De wind nam zand mee en zette dat af in het oosten van Nederland.






Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bemestingsysteem
De zandlandschap wordt al duizenden jaren bewoond.
De bodem in het zandlandschap is onvruchtbare.
Om toch akkerbouwen moesten ze de bodem vruchtbaar maken            bemesting

Bemesting
Door schapen te houden werden er dikke plakken mest gecreeërd. Deze mest werd in plaggen uitgestoken en met de zandgrond gemengd zodat de grond vruchtbaar werd  

De schapen graasden op de heide  
De boeren hadden een gemengd bedrijf.
Extensive veeteelt
Kleine kuddes die rond trekken over de heide
Zand met mest uit de potstal
Zand
Es(dorp)
De akker van het dorp was te vinden net buiten het dorp. Dit wordt een Es genoemd.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Veranderingen in het zandlandschap

Verandering tussen 1900 en 1950
Kunstmest wordt in 1900 uitgevonden het potstalsysteem wordt daadoor overbodig.

Heidevelden werden ontgonnen en geschikt gemaakt voor landbouw.

De meeste boeren verbouwden graan, maar door overproductie dalende graanprijzen. 
De boeren moesten iets anders gaan doen en gingen zicht specialiseren en schakelden over op veeteelt.



Slide 6 - Tekstslide

Twaalfduizend jaar lang is er een tekort aan. Twaalfduizend jaar lang gooien boeren van alles op hun akkers om maar méér van dit stofje bij hun gewassen te krijgen: van hooi tot haver, van blubber tot bloed, van zeewier tot zeespons, tot – jawel – menselijke uitwerpselen. In sommige steden kopen boeren zelfs een ‘beerbiljet’ om ‘s nachts beerputten leeg te mogen scheppen.
https://decorrespondent.nl/11608/de-belangrijkste-uitvinding-van-de-20ste-eeuw-houdt-ons-in-leven-en-is-een-ramp-voor-het-milieu-de-oplossing-minder-vlees-eten/23169304010864-77805804#:~:text=Dat%20heeft%20alles%20te%20maken,bereiden%3A%20d%C3%A9%20grondstof%20voor%20stikstofkunstmest.
 Veranderingen in het zandlandschap

Verandering vanaf 1950
  • Veel boeren kregen concurrentie uit andere delen van de wereld
  • Boeren gingen over tot schaalvergroting
  • Intensieve veehouderij (bio-industrie --> niet te verwarren met de biologische veehouderij)


Toenemende intensivering en mechanisatie nodig.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INTENSIEVE veeteelt
veel vee per hectare 
megastallen met grote hoeveelheden vee

EXTENSIEVE veeteelt
weinig vee per hectare
vooral in de onherbergzame gebieden

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van de veranderingen 
  • Overal verschenen voedersilo's en megastallen
  • Duizenden kippen, runderen en varkens
  • Ruilverkaveling          rechte sloten en kavels

De concentratie van vee is schadelijk voor de natuur. 
Uitstoot van ammoniak         stikstof        vermesting: de bodem wordt rijker aan voedingsstoffen waardoor de biodiversiteit achteruit gaat. Er blijven minder soorten planten en dieren over.

Als er planten verdwijnen, sterven ook de dieren uit die van die planten leven. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie:
  • Het zandlandschap is met name ontstaan door eolische (wind) afzetting tijdens de laatste ijstijd
  • Het zandlandschap is terug te vinden in grote delen van Oost-Nederland
  • Zand is onvruchtbaar en daarom hadden ze veel schapen (voor de mest) zodat ze betere oogst kregen. Na 1900 kwam er kunstmest. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lösslandschap
Kenmerken
  • Uiterste zuiden van Nederland
  • Heuvelland
  • Uitloper van de Ardennen
  • Vruchtbare grond
  • Graften
  • Holle wegen 
  • Mergel

Ontstaan
In het pleistoceen afgezet. Er heerste een poolwoestijn en Noordzee droog was. De wind nam het Löss mee en zette dat af in het zuiden van Nederland.






Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erosie
Het ontstaan van de Alpen zorgde ervoor dat Zuid-Limburg en de Ardennen omhoog kwamen. 

Rivieren gingen zich hierdoor insnijden dmv Erosie. Er ontstaat een getrapt landschap        rivierterrasen.

Löss is erg erosiegevoelig. Op steile hellingen zijn stukjes bos te vinden om erosie tegen te gaan
        het remt het water af.
Zo ontstaat er een graft in het landschap.

Graft: Evenwijdig aan de hoogtelijnen gelegen steile rand of 'knik' begroeid met bomen en struiken om bodemerosie tegen te gaan.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plateaus en dalen
Op de plateaus, dit zijn vlakke delen op de heuvels. Veel vruchtbare löss en dus geschikt voor akkers en boomgaarden. 

In de dalen, dit zijn de lage delen beneden aan de heuvel, is het vochtig en stenig. Dus vooral veel grasland.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkend voor een lösslandschap zijn de holle wegen. 
Dit zijn diepe erosiegeulen, uitgesleten door water en verkeer.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nog een kenmerk voor het lösslandschap is Mergel
Dit is een kalksteen laag dat gewonnen wordt in de ENCI-mijn voor de betonindustrie.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie:
  • Löss bestaat uit zeer fijne korrels.
  • De bovenste lagen van het lösslandschap zijn in het Weichselien (laatste ijstijd) afgezet. 
  • Door de harde winden werd er uit de droge Noordzee löss afgezet en meegevoerd (eolische afzetting).
  • Lössgrond is zeer vruchtbaar, prefect voor landbouw en veeteelt. 
  • Het lösslandschap komt voor in Zuid-Limburg en in mindere mate bij Arnhem en Nijmegen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelfstandig werken
lezen paragraaf 4 H6 + B20, B89, B90, B134, B198, B199
maken opdracht 1 t/m 8
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 94/95
  • werkboek blz. 118/119/120
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

herhalen/nabespreken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zandlandschap
veenlandschap
rivierlandschap

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zandlandschap
Rivierlandschap
Veenlandschap
Zeekleilandschap

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoog-Nederland
Laag-Nederland
Duinlandschap
Hoogveenlandschap
Laagveenlandschap
Lösslandschap
Zeekleilandschap
Zandlandschap
Rivierkleilandschap

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke foto hoort bij welk landschap?
Laagveenlandschap
Zeekleilandschap
Duinlandschap

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk landschap hoort bij welke foto? Sleep het landschap naar de juiste foto.
Duinlandsschap
zeekleilandschap
veenlandschap
zandlandschap
Lösslandschap
rivierkleilandschap

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rivierkleilandschap
Lösslandschap
Hoogveenlandschap
Zandlandschap
Komt voor in het zuiden van Limburg. Gebied met fijn stofzand en grote hoogteverschillen.
Langgerekt gebied langs de rivieren. Je ziet er veel grasland en fruitbomen.
Heeft hoogteverschillen. Heeft grasland, akkerland en veel natuurgebieden zoals bos en hei
Open en vlak gebied met rechte kanalen. Veel grasland en langerekte dorpen.

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zeekleilandschap
laagveenlandschap
Rivierlandschap
Duinlandschap
Heuvellandschap
Zandlandschap
voormalig hoogveenlandschap

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

vandaag heb ik geleerd:

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

vandaag vind ik nog moeilijk:

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies