In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Betoog schrijven
3F
Slide 1 - Tekstslide
Welke tekstsoorten?
Brief
Mail
Verslag
Betoog
Memo
Formulier
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wat is een betoog? Een betoog is een ...
A
Tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten
B
Tekst waarin iemand je probeert te overtuigen om iets te doen
C
Tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product
D
Tekst waarin verschillende meningen met elkaar vergeleken worden
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het schrijfdoel van een betoog?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een stelling? Een stelling is ...
A
Een feit
B
Een vraag die iemand stelt
C
Een oproep die iemand doet
D
Een bewering die je doet over iets.
Slide 6 - Quizvraag
In welk deel van de tekst wordt de stelling genoemd?
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 7 - Quizvraag
Waarom noemt iemand ook tegenargumenten in een betoog?
A
Het haalt zijn eigen stuk onderuit.
B
Hij kan direct aangeven waarom dit niet zo is.
C
Zijn argumenten wegen daardoor zwaarder.
D
Hij houdt wel van een beetje tegengas.
Slide 8 - Quizvraag
In welk deel van de tekst worden de argumenten genoemd?
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 9 - Quizvraag
Waar of niet waar?
In de het slot kan een schrijver nieuwe argumenten noemen om zijn mening extra te onderbouwen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Video
Tekstsoort 4; een betoog
Schrijf je om de lezer te overtuigen van jouw mening
Schrijfdoel: overtuigen
Indeling - kern - slot
Slide 12 - Tekstslide
Indeling betoog
Titel
Inleiding: je introduceert het onderwerp en geeft je mening / stelling
Kern: je onderbouwt je mening argumenten (gebruik de AUB-methode). Benoem ook tegenargument en weerleg deze
Slot: conclusie en/of samenvatting
Slide 13 - Tekstslide
De AUB-methode
Gebruik de AUB-methode bij het schrijven van je betoog
Argument: je noemt je argument.
Uitleg: je geeft uitleg bij het argument. Dit kun je doen door twee stappen te volgen.
1. Leg uit waarom het zo is.
2. Leg uit waarom het goed of slecht is dat het zo is.
Bijvoorbeeld: Noem een voorbeeld dat je argument duidelijker maakt. Dit kunnen ook cijfers of feiten (bewijs) zijn die je op het internet hebt opgezocht.
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeld AUB-methode
Stelling:
'Het ’photoshoppen’ van modellen en beroemdheden moet verboden worden.'
Slide 15 - Tekstslide
Het ’photoshoppen’ van modellen en beroemdheden moet verboden worden
Argument:
Het gebruik van Photoshoppen is slecht voor de mentale gezondheid van veel mannen en vrouwen.
Uitleg:
Het probleem is namelijk dat met Photoshop normaal uitziende mensen onrealistische schoonheidskenmerken krijgen, zoals een onnatuurlijk grote kont in combinatie met een dunne taille. Omdat deze kenmerken onhaalbaar zijn krijgen kijkers van deze foto's het idee dat dit normaal is en worden ze onzeker over hun eigen lichaam.
Bijvoorbeeld:
Deze onzekerheid zorgt ervoor dat ze er veel voor over hebben om er ook zo uit te zien. Een sterk voorbeeld hiervan is dat het aantal cosmetische ingrijpen de laatste jaren alsmaar is gestegen, vooral onder jonge mensen. Dat zouden ze niet doen als ze niet mentaal vergiftigd waren door al die bewerkte foto's.
Slide 16 - Tekstslide
De AUB-methode verwerkt in een alinea
Het gebruik van Photoshoppen is slecht voor de mentale gezondheid van veel mannen en vrouwen. Het probleem is namelijk dat met Photoshop normaal uitziende mensen onrealistische schoonheidskenmerken krijgen, zoals een onnatuurlijk grote derrière in combinatie met een dunne taille. Omdat deze kenmerken onhaalbaar zijn, krijgen kijkers van deze foto's het idee dat dit normaal is en worden ze onzeker over hun eigen lichaam. Deze onzekerheid zorgt ervoor dat ze er veel voor over hebben om er ook zo uit te zien. Een sterk voorbeeld hiervan is dat het aantal cosmetische ingrijpen de laatste jaren alsmaar is gestegen, vooral onder jonge mensen. Dat zouden ze niet doen als ze niet mentaal vergiftigd waren door al die bewerkte foto's.