Betoog schrijven - BBL

Agenda komende weken
Les 1 - 20 mei     - Examenuitleg
Les 2 - 27 mei     - Examens
Les 3 - 3 juni        - Brief  Persoonlijk/informeel                - Afstemming op doel
Les 4 - 10 juni      - Mail Zakelijk/formeel                          - Afstemming op publiek & samenhang
Les 5 - 17 juni       - Verslag                                                 - Woordenschat en woordgebruik 
Les 6 - 24 juni       - Betoog                                                 - Leesbaarheid
Les 7 - 1 juli          - Memo                                                  - Spelling, interpunctie en grammatica
Les 8 - 8 juli          - Afronding                                                


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Agenda komende weken
Les 1 - 20 mei     - Examenuitleg
Les 2 - 27 mei     - Examens
Les 3 - 3 juni        - Brief  Persoonlijk/informeel                - Afstemming op doel
Les 4 - 10 juni      - Mail Zakelijk/formeel                          - Afstemming op publiek & samenhang
Les 5 - 17 juni       - Verslag                                                 - Woordenschat en woordgebruik 
Les 6 - 24 juni       - Betoog                                                 - Leesbaarheid
Les 7 - 1 juli          - Memo                                                  - Spelling, interpunctie en grammatica
Les 8 - 8 juli          - Afronding                                                


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van de les weet je hoe je de leesbaarheid van jouw teksten kan verhogen door gebruik te maken van: 
- Actieve/passieve zinnen 
- Correcte plaatsing van komma's
- Hoe je een betoog schrijft
- AUB model 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortere, actieve zinnen
Door te rijden onder invloed word je reactiesnelheid vertraagd,  daardoor wordt het inschatten van een auto voor je veel lastiger en ben je dan misschien wel niet op tijd met remmen, dit komt omdat je blikveld (het stukje in je ogen/ hersenen) versmald wordt. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kortere, actieve zinnen
Door te rijden onder invloed word je reactiesnelheid vertraagd, daardoor wordt het inschatten van een auto voor je veel lastiger en ben je dan misschien wel niet op tijd met remmen, dit komt omdat je blikveld (het stukje in je ogen/ hersenen) versmald wordt. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoorbeeld
Door te rijden onder invloed vertraagt je reactiesnelheid. Het inschatten van een auto voor je wordt veel lastiger en dan ben je misschien niet op tijd met remmen. Dit komt omdat je blikveld versmalt. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En eigenlijk
Rijden onder invloed vertraagt jouw reactiesnelheid en versmalt jouw blikveld. Hierdoor wordt afstanden inschatten lastiger en kan je misschien niet op tijd remmen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actieve/Passieve zinnen
Zie ook taalblokken 2F: lijdende en bedrijvende vorm

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 9 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Wanneer gebruik je een komma?
Als je een korte pauze hoort in een zin.
Mieke, het zusje van Gaby, gaat volgende week voor het eerst naar school.

Tussen de delen van een opsomming in een zin en tussen meerdere bijvoeglijke naamwoorden. (Behalve bij en/of).
Wil je koffie, thee of iets anders? Ik heb nieuwe, mooie kopjes om het in te schenken.

Tussen twee persoonsvormen in een zin die niet bij elkaar horen.
Als het goed is, komt Lindsey zo.

Als iemand met zijn naam wordt aangesproken. Voor of na de naam komt dan een komma.
Jeroen, kom je zo? / Kom je zo, Jeroen?

Tussen een hoofdzin en een bijzin.                    
Ik sta morgen vroeg op, als ik goed slaap.
                                                                                Let op voegwoorden: hoewel, omdat, zodat, opdat, indien, maar, aangezien en terwijl

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 11 - Tekstslide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.





Een caissière heeft ook verantwoordelijkheden maar minder dan een chirurg.


 
Het zou niet eerlijk zijn als iedereen hetzelfde uurloon zou verdienen, en dat terwijl er voor elk vak andere opleidingseisen gelden.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betoog
Doel is om de lezer te overtuigen (in tegenstelling tot een beschouwing)

1. Inleiding: Je neemt een standpunt in en legt dat indien nodig uit
2. Kern: Je geeft argumenten en weerlegt tegenargumenten
3. Slot: Korte samenvatting waarom jouw lezer overtuigd moet zijn. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je een goed argument?
In een debat/betoog is het belangrijk dat je je argumenten goed kunt uitleggen. Dat doe je door het nemen van drie stappen. Eerst zeg je wat het argument (A) is, dan leg je het argument uit (U) en tot slot geef een voorbeeld. Bijvoorbeeld/Bewijs... (B)

Je kunt dat onthouden met het ezelsbruggetje AUB:

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AUB:

Argument: je noemt je argument.

Uitleg: je geeft uitleg bij het argument. Dit kun je doen door twee stappen te volgen. 1. Leg uit waarom het zo is. 2. Leg uit waarom het goed of slecht is dat het zo is.

Bijvoorbeeld: Een voorbeeld dat je argument duidelijker maakt. Dit kunnen ook cijfers of feiten (bewijs) zijn die je op het internet hebt opgezocht.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Als je AUB gebruikt om een argument voor de stelling

'Het ’photoshoppen’ van modellen en beroemdheden moet verboden worden.'

uit te leggen, ziet dit er zo uit:

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ’photoshoppen’ van modellen en beroemdheden moet verboden worden
Argument: 
Het gebruik van Photoshoppen is slecht voor de mentale gezondheid van veel mannen en vrouwen.

Uitleg: 
Het probleem is namelijk dat met Photoshop normaal uitziende mensen onrealistische schoonheidskenmerken krijgen, zoals een onnatuurlijk grote derrière in combinatie met een dunne taille. Omdat deze kenmerken onhaalbaar zijn krijgen kijkers van deze foto's  het idee dat dit normaal is en worden ze onzeker over hun eigen lichaam. 

Bijvoorbeeld: 
Deze onzekerheid zorgt ervoor dat ze er veel voor over hebben om er ook zo uit te zien. Een sterk voorbeeld hiervan is dat het aantal cosmetische ingrijpen  de laatste jaren alsmaar is gestegen, vooral onder jonge mensen. Dat zouden ze niet doen als ze niet mentaal vergiftigd waren door al die bewerkte foto's. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Het gebruik van Photoshoppen is slecht voor de mentale gezondheid van veel mannen en vrouwen. Het probleem is namelijk dat met Photoshop normaal uitziende mensen onrealistische schoonheidskenmerken krijgen, zoals een onnatuurlijk grote derrière in combinatie met een dunne taille. Omdat deze kenmerken onhaalbaar zijn, krijgen kijkers van deze foto's het idee dat dit normaal is en worden ze onzeker over hun eigen lichaam. Deze onzekerheid zorgt ervoor dat ze er veel voor over hebben om er ook zo uit te zien. Een sterk voorbeeld hiervan is dat het aantal cosmetische ingrijpen de laatste jaren alsmaar is gestegen, vooral onder jonge mensen. Dat zouden ze niet doen als ze niet mentaal vergiftigd waren door al die bewerkte foto's. 


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale media: een lust of een last?
Je schrijft een betoog over jouw standpunt met een inleiding, kern en slot.
In jouw betoog:

- Beschrijf je duidelijk jouw standpunt over sociale media. Vind je ze een lust of een last?
- Geef minimaal drie argumenten voor jouw standpunt.
- Geef bij elk argument een voorbeeld.
- Weerleg één tegenargument.
- Sluit af met een korte samenvatting van je argumenten.

                                                                                                             Zoek het vervolgens door op passieve zinnen en maak deze actief

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Class Notebook

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies