Taal en context

Taal in context
lpd 2: hoe context de betekenis van een taaluiting beïnvloedt
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taal in context
lpd 2: hoe context de betekenis van een taaluiting beïnvloedt

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

effect?
Feedback!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

context in het communicatiemodel
Basisboek blz. 401-411
basis = model van Lasswell 
  • model van Jakobson 
  • ZBMO-model 
  • negenvragenmodel 


Bb blz. 402
  • 5 vragen
  • lineair (eenrichtingsproces)

Bb blz. 402-403
  • uitbreiding model Laswell
  • 6 factoren waaronder context!
De boodschap kan niet begrepen worden zonder de aanwezigheid van een context. 
Bb blz. 403-404

cyclisch proces > °gesprek

Elke vorm van communicatie wordt in hoge mate bepaald door de context waarin ze plaatsvindt. 
Bb. blz. 404

vaak in onderwijs gebruikt.

situatie, context? omstandigheden spelen altijd mee!

Slide 5 - Tekstslide

Daarnaast
communicatieve boodschap Bb. blz. 404-406
  • doel? 
  • complexiteit!
Ruis op de communicatie Bb blz. 407


Slide 6 - Tekstslide

Wat is het zakelijke aspect van de boodschap?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het appellerende aspect van de boodschap?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Appellerende aspect van de boodschap?

Slide 10 - Open vraag

Wat vind jij van deze campagne?

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Link

Uit de tekst
stigmatiseren
brandmerken (synoniem). Een negatief kenmerk dat ergens aan wordt gekoppeld. 
bodyshaming
negatieve kritiek geven over je uiterlijk en / of op het uiterlijk van anderen. 
metafoor
"Onze campagne is puur een visuele metafoor voor de rijkdom...."

Vergelijking zonder als... a.d.h.v. beelden. 
  • zwaarlijvige, blanke man = rijkdom Westen (overvloed) 
  • kindje = voedseltekort voor 41 miljoen mensen in Zuidelijk Afrika

Slide 13 - Tekstslide