S20 - Communicatie: een boodschap met laagjes

S20 - Communicatie: een boodschap met laagjes
Complexiteit van de boodschap

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwo

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

S20 - Communicatie: een boodschap met laagjes
Complexiteit van de boodschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

S20 - Communicatie: een boodschap met laagjes
1. Je begrijpt dat een boodschap verschillende lagen kan bevatten.
2. Je kunt die lagen herkennen in een boodschap.
3. Je kunt bijkomende informatie verzamelen over de communicatiesituatie door de lagen grondig te lezen, bekijken of beluisteren. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complexiteit
Communicatie kan misgaan bij zowel het overbrengen als interpreteren, dat maakt communicatie veel complexer dan het in eerste instantie lijkt.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het communicatiemodel

Slide 4 - Tekstslide

Ruis = stoorzender(s) (maken communicatie moeilijk)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een boodschap met laagjes

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naast je letterlijke boodschap communiceer je ook, bewust of onbewust, altijd andere informatie. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
  • Zakelijke laag = zuivere, neutrale betekenis van de boodschap
  • Expressieve laag =  persoonlijkheid of gevoelens van de zender
  • Relationele laag = relatie van de zender t.o.v. de ontvanger
  • Appellerende laag = wat de zender wilt bereiken (faire appel à quelqu'un = een beroep doen op iemand, iemand vragen om iets te doen)


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbaal
Zakelijke laag
Non-verbaal
Expressieve laag    
Relationele laag
Appellerende laag                
                

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 1
Stel dat je ouders op vakantie zijn. Jij bent met je vriend(in) naar de bioscoop geweest en komt thuis, maar de deur staat open. Jij zegt tegen je vriend(in): 'De deur staat open'.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de zakelijke laag van de boodschap?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de expressieve laag van de boodschap?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de relationele laag van de boodschap?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de appellerende laag van de boodschap?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 2
Als een jurylid in het programma Bake Off Vlaanderen aan een kandidaat vraagt om volgende keer minder vanillearoma toe te voegen aan de taart ...

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de (mogelijke) neutrale/zakelijke laag van de boodschap?
A
Er moet minder vanillearoma in de taart.
B
Hij/zij vindt vanillearoma zo niet lekker omdat het kunstmatig is.
C
Het jurylid vindt de kandidaat niet zo'n goede bakker.
D
Hij vindt dat de kandidaat de volgende keer minder aroma moet gebruiken.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de (mogelijke) expressieve laag van de boodschap?
A
Er moet minder vanillearoma in de taart.
B
Hij/zij vindt vanillearoma zo niet lekker omdat het kunstmatig is.
C
Het jurylid vindt de kandidaat niet zo'n goede bakker.
D
Hij vindt dat de kandidaat de volgende keer minder aroma moet gebruiken.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de (mogelijke) relationele laag van de boodschap?
A
Er moet minder vanillearoma in de taart.
B
Hij/zij vindt vanillearoma zo niet lekker omdat het kunstmatig is.
C
Het jurylid vindt de kandidaat niet zo'n goede bakker.
D
Hij vindt dat de kandidaat de volgende keer minder aroma moet gebruiken.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de (mogelijke) appellerende laag van de boodschap?
A
Er moet minder vanillearoma in de taart.
B
Hij vindt vanillearoma zo niet lekker omdat het kunstmatig is.
C
Het jurylid vindt de kandidaat niet zo'n goede bakker.
D
Hij vindt dat de kandidaat de volgende keer minder aroma moet gebruiken.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 3
"Er ligt een prop onder je bank."

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de zakelijke laag van de boodschap?
A
De prop stoort me, ik heb het graag ordelijk.
B
Er ligt een prop onder je bank.
C
Ik kan dit vragen in de relatie coach-leerling.
D
Ik wil dat je de prop opraapt.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de expressieve laag van de boodschap?
A
De prop stoort me, ik heb het graag ordelijk.
B
Er ligt een prop onder je bank.
C
Ik kan dit vragen in de relatie coach-leerling.
D
Ik wil dat je de prop opraapt.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de relationele laag van de boodschap?
A
De prop stoort me, ik heb het graag ordelijk.
B
Er ligt een prop onder je bank.
C
Ik kan dit vragen in de relatie coach-leerling.
D
Ik wil dat je de prop opraapt.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de appellerende laag van de boodschap?
A
De prop stoort me, ik heb het graag ordelijk.
B
Er ligt een prop onder je bank.
C
Ik kan dit vragen in de relatie coach-leerling.
D
Ik wil dat je de prop opraapt.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefeningen
Digitale Methode: basisoefeningen 1 t.e.m. 5 
(weblink: zie planner)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relationele (non-verbale) aspect
Zender communiceert altijd iets over manier waarop hij tegenover ontvanger staat: vindt hij je sympathiek, hoe is de verhouding/hiërarchie tussen zender/ontvanger. Relationele aspect bepaalt of ontvanger bereid is om iets met de boodschap te doen en of dit gedwongen of vrijwillig is.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Appellerende (non-verbale) aspect
Met een boodschap probeert de zender iets bij de ontvanger te bereiken. Hij wil dat de ontvanger iets doet, aanneemt, koopt etc. Gaat om het appel (beroep) dat zender doet op ontvanger. Appellerende aspect bepaalt of het voor ontvanger duidelijk is wat zender van hem wil.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies