Oefentoets mavo 3 tekstverbanden en signaalwoorden

oefentoets Mavo 3
Cursus 1 Paragraaf 2,3,4,5

Je krijgt voor deze toets 30 minuten
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

oefentoets Mavo 3
Cursus 1 Paragraaf 2,3,4,5

Je krijgt voor deze toets 30 minuten

Slide 1 - Tekstslide

De signaalwoorden
Beantwoord de vragen of sleep de juiste blokjes naar elkaar toe als zij bij elkaar horen.

Slide 2 - Tekstslide

Welk verband hoort er bij de volgende signaalwoorden:
als, indien, tenzij

Slide 3 - Open vraag

Zoek de juiste combinaties van verbanden en signaalwoorden
Voorbeeld
Opsomming
Volgorde van tijd
bovendien, ook
terwijl, vervolgens
zoals, neem nou

Slide 4 - Sleepvraag

Sleep de verbanden naar de juiste signaalwoorden
maar, daarentegen
Bijvoorbeeld, neem nou
Ten eerste, als laatste, ABC
Eerst, vervolgens, daarna
Doordat, waardoor
Tijdsvolgorde
Oorzaak- gevolg
Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld

Slide 5 - Sleepvraag

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
tijdsvolgorde
echter
maar
ook
nadat
daarnaast
terwijl

Slide 6 - Sleepvraag

Eind van de signaalwoorden.
Lees nu de leestekst die je via de e-mail hebt ontvangen en beantwoord de vragen over de leestekst.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
besluit van Europees Parlement
B
borstvoeding en babymelkpoeder
C
plaatjes van blije baby’s
D
verpakkingen van babymelkpoeder

Slide 8 - Quizvraag

Voor welk publiek is deze tekst bedoeld?
A
de melkindustrie
B
iedereen
C
moeder
D
politici

Slide 9 - Quizvraag

Welk kopje past het best boven alinea 3?
A
Activiteit Patti Rundall
B
Baby Milk Action
C
Kwaliteit moedermelk
D
Vijftien jaar

Slide 10 - Quizvraag

Wat was de voorwaarde voor Patti Rundall om te stoppen met mails sturen naar volksvertegenwoordigers?
A
een actie van de producenten
B
een mail terug van de industrie
C
een verbod door het Europees Parlement
D
strengere regels voor de verpakkingen

Slide 11 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord herken je de voorwaarde voor Patti Rundall om te stoppen met het sturen van mails aan volksvertegenwoordigers?
A
als
B
daarmee
C
soms
D
vooral

Slide 12 - Quizvraag

In alinea 4 is onder andere sprake van een oorzaak-gevolgverband. Noteer de oorzaak en het bijbehorende gevolg.

Slide 13 - Open vraag

Waarom heeft de Europese regelgeving over flesvoeding nauwelijks gevolgen voor Nederland?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het verband tussen alinea 6 en alinea 7?
A
alinea 6 en 7 vormen samen een opsomming
B
alinea 7 geeft een gevolg bij alinea 6
C
alinea 7 is een toelichting bij alinea 6
D
alinea 7 vormt een tegenstelling bij alinea 6

Slide 15 - Quizvraag

‘Nationale en Europese politici gaan er blijkbaar van uit dat moeders niet voldoende in staat zijn om zelf de afweging te maken tussen borstvoeding of een fabrieksproduct.’ (al. 8). Waaruit blijkt dat?

Slide 16 - Open vraag

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren over verschillende soorten babyvoeding
B
informeren over het besluit van het Europees Parlement
C
overtuigen van het belang van borstvoeding
D
overtuigen van het belang van vervangers van moedermelk

Slide 17 - Quizvraag

Citeer een zin uit de inleiding of het slot die de hoofdgedachte het best weergeeft.

Slide 18 - Open vraag