etiketten lezen

Etiketten lezen 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Etiketten lezen 

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar 
Welkom klas! In 5 minuten starten we de les!
Jassen aan de kapstok 
Oortjes in de tas 
Mobiel in de tas 
Schoolspullen op tafel 
Laptop dicht op tafel
Tas van tafel 
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik 
Wat weet je nog over de vorige les? 

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 
Na deze les kan je..
- informatie op etiketten lezen
- informatie op etiketten uitleggen
- hoe moet je een verpakking op de juiste manier weggooien 

Slide 4 - Tekstslide

Naam product 
en inhoud
Naam van het product

Inhoud van het product

Slide 5 - Tekstslide

Ingrediënten
Ingrediënten= waar het product van gemaakt is.
Het ingrediënt dat er het meest in zit, staat vooraan. Het ingrediënt dat er het minst inzit staat achteraan. Zo weet je waarvan het gemaakt is.


Voedingswaarden
Aan de voedingswaarde zie je hoeveel calorieën (Kcal) en voedingsstoffen erin zitten.

Slide 6 - Tekstslide

De fabrikant
Dan weet je waar je terechtkunt als je een vraag of een klacht hebt.

Bereidingswijze
Hoe je het moet klaarmaken.

Slide 7 - Tekstslide

Op een etiket staat:
Bewaarvoorschrift
Soms staat op het etiket hoe je het levensmiddel het best kunt bewaren. Bijvoorbeeld: koel en droog bewaren.

Slide 8 - Tekstslide

Voedingswaarde
  • Voedingswaarde worden uitgedrukt in KJ (Kilojoule) en Kcal (Kilocalorieën) per 100 gram
  • Je kan lezen welke voedingsstoffen erin het product zitten

Slide 9 - Tekstslide

Op het etiket staan ook allergenen
Allergenen zijn stofjes die allergische reacties kunnen geven. Ze komen het lichaam binnen via het eten. 

Allergenen moeten vermeld staan op het product.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe moet je een verpakking weggooien


Op de verpakking kan ook staan hoe je een verpakking moet weggooien.
Uit sommige producten kunnen weer nieuwe producten gemaakt worden. Dit heet recyclen

Slide 11 - Tekstslide

 Praktijkopdracht 
Je gaat nu oefenen met het lezen van een etiket.
Je kiest een van de verpakkingen die op de tafel staan. Beantwoord de vragen op de volgende dia. Je mag dit samen doen.

 

Slide 12 - Tekstslide

Oefenopdracht
Zoek een product of een plaatje op internet. 
Beantwoord de volgende vragen:
1. Wat is de naam van dit product?
2. Welke ingrediënten zitten er in?
3. Wat is de inhoud?
4. Wat is de naam van de fabrikant?
5. Hoe moet het bewaard worden?
6. Wat zijn de voedingswaarde?
7. Houdbaar datum

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten 
Boek: Mens en Gezondheid
Opdracht: 3.08 t/m 3.12
3.19 t/m 3.22

Slide 14 - Tekstslide

Diëten
Een dieet is voeding die iemand voorgeschreven krijgt om medische redenen, dus vanwege zijn gezondheid.

Er zijn verschillende diëten.

Mensen kunnen ook een bepaald eetgewoontes hebben vanwege hun geloof, cultuur of uit overtuiging. Bijvoorbeeld ze zijn vegetarisch omdat ze vlees eten zielig vinden voor dieren.

Slide 15 - Tekstslide

Energiebeperkt dieet
Bij dit dieet gaat het erom dat je minder calorieën eet dan dat je nodig hebt. Dan val je namelijk af.

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn allergenen?

Slide 17 - Open vraag

Wat betekend bewaarvoorschrift?

Slide 18 - Open vraag

Wat betekend THT-datum?

Slide 19 - Open vraag

Wat betekend TGT-datum?

Slide 20 - Open vraag

Wat betekend voedingswaarde?

Slide 21 - Open vraag

Evalueren

Slide 22 - Tekstslide