Mens en gezondheid H3: Etiketten lezen

Etiketten lezen 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Etiketten lezen 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
Na deze les kan je..
- informatie op etiketten lezen
- informatie op etiketten uitleggen
- hoe moet je een verpakking op de juiste manier weggooien 

Slide 2 - Tekstslide

Naam product 
en inhoud
Naam van het product

Inhoud van het product

Slide 3 - Tekstslide

Ingrediënten
Ingrediënten= waar het product van gemaakt is.
Het ingrediënt dat er het meest in zit, staat vooraan. Het ingrediënt dat er het minst inzit staat achteraan. Zo weet je waarvan het gemaakt is.


Voedingswaarden
Aan de voedingswaarde zie je hoeveel calorieën (Kcal) en voedingsstoffen erin zitten.

Slide 4 - Tekstslide

De fabrikant
Dan weet je waar je terechtkunt als je een vraag of een klacht hebt.

Bereidingswijze
Hoe je het moet klaarmaken.

Slide 5 - Tekstslide

Op een etiket staat:
Bewaarvoorschrift
Soms staat op het etiket hoe je het levensmiddel het best kunt bewaren. Bijvoorbeeld: koel en droog bewaren.

Slide 6 - Tekstslide

Houdsbaarheidsdatum
TGT: te gebruiken tot
- staat op verse producten
- na deze datum mag je het product niet meer gebruiken. Het kan vedorven zijn.

THT: ten minste houdbaar tot
- staat op langer houdbare producten
- na de THT-datum is het product vaak minder lekker

Slide 7 - Tekstslide

Voedingswaarde
  • Voedingswaarde worden uitgedrukt in KJ (Kilojoule) en Kcal (Kilocalorieën) per 100 gram
  • Je kan lezen welke voedingsstoffen erin het product zitten

Slide 8 - Tekstslide

Op het etiket staan ook allergenen
Allergenen zijn stofjes die allergische reacties kunnen geven. Ze komen het lichaam binnen via het eten. 

Allergenen moeten vermeld staan op het product.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe moet je een verpakking weggooien


Op de verpakking kan ook staan hoe je een verpakking moet weggooien.
Uit sommige producten kunnen weer nieuwe producten gemaakt worden. Dit heet recyclen

Slide 10 - Tekstslide

 Praktijkopdracht 
Je gaat nu oefenen met het lezen van een etiket.
Je kiest een van de verpakkingen die op de tafel staan. Beantwoord de vragen op het formulier/schrift. Je mag dit samen doen.

 

Slide 11 - Tekstslide

Oefenopdracht

Beantwoord de volgende vragen:
1. Wat is de naam van dit product?
2. Welke ingrediënten zitten er in?
3. Wat is de inhoud?
4. Wat is de naam van de fabrikant?
5. Hoe moet het bewaard worden?

Slide 12 - Tekstslide

Je kunt nu etiketten lezen 
QUIZ

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn allergenen?

Slide 14 - Open vraag

Wat betekend bewaarvoorschrift?

Slide 15 - Open vraag

Wat betekend THT-datum?

Slide 16 - Open vraag

Wat betekend TGT-datum?

Slide 17 - Open vraag

Wat betekend voedingswaarde?

Slide 18 - Open vraag