leg je een hoek β van 2 radialen (114,6) in de eenheidscirkel, dan komt P in het tweede kwadrant. Je spreekt af dat net als bij scherpe hoeken geldt dat de coördinaten van P zijn (cos (β), sin(β)) Met de GR vind je cos(2) = -0,42 en sin(2) = 0,91. Je ziet dat van een hoek in het tweede kwadrant de cosinus negatief en de sinus positief is.