Straling van sterren

Welkom!
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Kleur
Het zichtbaar licht is onderdeel van het complete elektromagnetische spectrum.

Slide 19 - Tekstslide

Kleur
De energie van de straling (en dus de kleur van het voorwerp dat het licht uitzend) is een maat voor de temperatuur van het voorwerp. 
Wet van Wien:
De golflengte die het meest voorkomt (λmax) is omgekeerd evenredig met de temperatuur.
λmax=Tkw

Slide 20 - Tekstslide

Kleur
Hoe korter de golflengte (hoe 'blauwer' het licht) des te groter is de frequentie van het licht en des te groter is de energie van het licht.
c=f•λ

Slide 21 - Tekstslide

oefenen
Bepaal de meest voorkomende kleur van het zonlicht.
1. Zoek de temperatuur van de zon op. (B32B)
2. Bereken de meest voorkomende golflengte (B7)
3. Bepaal de kleur van deze golflengte (B19/B20)

Slide 22 - Tekstslide

oefenen
Bepaal de meest voorkomende kleur van het zonlicht.
1. Zoek de temperatuur van de zon op. (B32B)
2. Bereken de meest voorkomende golflengte (B7)
3. Bepaal de kleur van deze golflengte (B19/B20)
λmax=0.0028977/5780=501 nm
groen/blauw

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Lichtkracht
De hoeveelheid energie wat een voorwerp uitzend is afhankelijk van de oppervlakte temperatuur en de totale oppervlakte. 
Dit uitgezonden vermogen wordt in de sterrenkunde lichtkracht(L) genoemd. 

Slide 25 - Tekstslide

Lichtkracht


P (=L) uitgezonden vermogen in Watt (W)
σ is de constante van Stefan-Boltzman (5,67•10^-8 Wm-2K-4)
A is het oppervlak in vierkante meters (m2)
T is de oppervlaktetemperatuur in Kelvin (K)
Pbron=σAT4

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld
Het uitgezonden vermogen van een gloeilamp is 60W en de temperatuur van de gloeidraad is 3500 K. 
Bereken de oppervlakte van een gloeidraad.

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeeld
Het uitgezonden vermogen van een gloeilamp is 60W en de temperatuur van de gloeidraad is 3500 K. 
Bereken de oppervlakte van een gloeidraad.

Pbron=σAT4A=σT4P
A=σT4P=5,671083500460=7,05106m2

Slide 28 - Tekstslide

kwadratenwet
Als de afstand tot een bron 2x zo GROOT wordt dan wordt de intensiteit 4x zo KLEIN.



I is de intensiteit in W/m2
r is de afstand tot de bron in m.
I=4πr2Pbron

Slide 29 - Tekstslide

Voorbeeld
De zon heeft een vermogen van 3,85•10^26 W. De aarde staat op 1,496•10^11 m.
Bereken de intensiteit van het zonlicht op aarde.

Slide 30 - Tekstslide

Voorbeeld
De zon heeft een vermogen van 3,85•10^26 W. De aarde staat op 1,496•10^11 m.
Bereken de intensiteit van het zonlicht op aarde.

I=4πr2P=4π(1,4961011)2(3,851026)=1,37103Wm2

Slide 31 - Tekstslide

oefenen
Een ster heeft een diameter van 2,45*10^9 m en een oppervlakte temperatuur van 4300 K.
Bereken de intensiteit op een afstand van 8,56*10^10 m.

Slide 32 - Tekstslide

oefenen
Een ster heeft een diameter van 2,46*10^9 m en een oppervlakte temperatuur van 4300 K.
Bereken de intensiteit op een afstand van 8,56*10^10 m.


P=σ4π(1,23109)243004=3,681026W

Slide 33 - Tekstslide

oefenen
Een ster heeft een diameter van 2,46*10^9 m en een oppervlakte temperatuur van 4300 K.
Bereken de intensiteit op een afstand van 8,56*10^10 m.


P=σ4π(1,23109)243004=3,681026W
I=4πr2P=4π(8,561010)2(3,681026)=4,00103Wm2

Slide 34 - Tekstslide

notatie
het symbool voor de zon is 

Dit wordt vaak gebruikt om de relatieve lichtsterkte of relatieve massa uit te drukken in zon-lichtkracht of zon-massa.
bijv:

LLofmm

Slide 35 - Tekstslide

Wat is nog niet (helemaal) duidelijk van de afgelopen les en wil je het graag nog een keer over hebben?

Slide 36 - Open vraag