Sterren classificeren

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 5,6

Welkom!

Boeken etc op tafel

Tas in de kast

Boeken open

Sterren Classificeren 

Hst 11 Astrofysica

vooraf

De enige informatie die we van sterren hebben, is het licht wat ze geven.

- de kleur hiervan geeft de effectieve temperatuur weer

- de combinatie van de ontvangen intensiteit en de afstand geeft de lichtkracht van de ster

- de temperatuur en de lichtkracht geeft het oppervlak van de ster

levenscyclus van sterren

Alle sterren volgen een bepaalde 'levensweg'

aan de ster is te zien in welke fase deze is en er is te voorspellen hoe deze ster zal eindigen...

levenscycus van sterren

HR diagram

let op de logaritmische schalen:

• horizontaal de logaritme van de temp aflopend!
• verticaal de logaritme van de relative lichtkracht
• diagonaal de relatieve straal 

Hoeveel keer groter is Deneb dan de zon?

1. 10
2. 100
3. 1000
4. 10000

Hoeveel keer groter is Arcturus dan de zon?

1. 10
2. 20
3. 30
4. 50

Wat is de oppervlakte (effectieve) temperatuur van Sirius B

oefenen

Toon aan dat de straal van Antares ongeveer 1000x zo groot is als die van de zon met behulp van de effectieve temperatuur en de uitgezonden lichtkracht.

oefenen

Toon aan dat de straal vanb Antares ongeveer 1000x zo groot is als die van de zon met behulp van de effectieve temperatuur en de uitgezonden lichtkracht.

log(​L⊙​​L​​)=5

​L⊙​​L​​=10​5​​

oefenen

Toon aan dat de straal vanb Antares ongeveer 1000x zo groot is als die van de zon met behulp van de effectieve temperatuur en de uitgezonden lichtkracht.

log(​L⊙​​L​​)=5

​L⊙​​L​​=10​5​​=​σ⋅A​⊙​​⋅T​⊙​4​​​​σ⋅A​A​​⋅T​A​4​​​​=​σ⋅4π⋅r​⊙​2​​⋅T​⊙​4​​​​σ⋅4π⋅r​A​2​​⋅T​A​4​​​​=​r​⊙​2​​⋅T​⊙​4​​​​r​A​2​​⋅T​A​4​​​​

oefenen

​L⊙​​L​​=10​5​​=​r​⊙​2​​⋅T​⊙​4​​​​r​A​2​​⋅T​A​4​​​​

oefenen

​L⊙​​L​​=10​5​​=​r​⊙​2​​⋅T​⊙​4​​​​r​A​2​​⋅T​A​4​​​​

10​5​​=​r​⊙​2​​⋅(10​3,75​​)​4​​​​r​A​2​​⋅(10​3,4​​)​4​​​​=​r​⊙​2​​​​r​A​2​​​​⋅10​−1,4​​

oefenen

​L⊙​​L​​=10​5​​=​r​⊙​2​​⋅T​⊙​4​​​​r​A​2​​⋅T​A​4​​​​

10​5​​=​r​⊙​2​​⋅(10​3,75​​)​4​​​​r​A​2​​⋅(10​3,4​​)​4​​​​=​r​⊙​2​​​​r​A​2​​​​⋅10​−1,4​​

⇒10​6,4​​=​r​⊙​2​​​​r​A​2​​​​⇒r​A​2​​=10​6,4​​⋅r​⊙​2​​⇒r​A​​=10​3,2​​⋅r​⊙​​

samenvatting

sterren worden 'geboren' in nevels

groeien daarna uit tot sterren

einde is afhankelijk van de grootte van de ster

uit de uiteindelijke nevels onstaan nieuwe sterren

Wat is nog niet (helemaal) duidelijk van de afgelopen les en wil je het graag nog een keer over hebben?