H6.1 Produceren maar!

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

H6.1 Produceren maar!

3GT

Planning

10 min - Uitleg H6.1

5 min - Aan de slag met opdracht 13

2 min - Bespreken opdracht 13

20 min - Aan de slag met H6.1 

Wat ga je leren?

• Wat productiefactoren zijn
• Wat het verband is tussen toegevoegde waarde en inkomens
• Hoe elk bedrijf in de bedrijfskolom waarde toevoegt
• Het verschil tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief
• Hoe je afschrijving berekent

Productiefactoren

Alles wat je nodig hebt om te produceren, kun je indelen in de volgende productiefactoren:

Kapitaal - machines, gebouwen en voertuigen

Arbeid - menselijke inspanning

Natuur - grond, regenwater, bossen, grondstoffen

Ondernemerschap - natuur, arbeid en kapitaal worden goed

ingezet. Op die manier kan hij winst halen.

Toegevoegde waarde

f

= Doordat bedrijven producten bewerken, krijgen deze producten meer waarde.

Productiefactoren

totaal beloningen productiefactoren 

=

gelijk aan toegevoegde waarde

opg. 3/5/7

Bedrijfskolom

Bedrijfskolom

= bedrijven die na elkaar aan een product meewerken.

Meelfabriek levert:

0,45 - 0,20 = €0,25 waarde toe

Kapitaalintensief = meer kapitaalgoederen dan mensen

Arbeidsintensief = meer mensen dan machines

Afschrijving

Afschrijven = de jaarlijkse waardeverminderen van kapitaalgoederen.

Bij afschrijven zijn 3 gegevens belangrijk:

• aanschafwaarde
• levensduur
• restwaarde  

Afschrijving

Maken opdracht 13

Klaar? Verder met opdracht 1

Blz. 160

Antwoord opdracht 13

1. A. (275.000 - 80.000) : 6 = €32.500
2. B. (275.000 - 20.000) : 8 = €31.875

Aan de slag!

H6.1 blz. 160 t/m 163
Opdracht 1 t/m 12