Hoeken en zijden uitrekenen in rechthoekige driehoeken.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 6
+
afmaken introductie
Hoeken en zijden uitrekenen in rechthoekige driehoeken.
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk: Opgaven maken ging ....
A
Goed
B
Deels
C
Ik snapte er niks van
D
Ik heb het niet gemaakt
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Opgave bespreken
Hoek Y niet samen doen.
Slide 4 - Tekstslide
Hoek Y
Slide 5 - Open vraag
Hoofdstuk 6
6.4 Sinus en cosinus
1. Je weet wanneer je sinus, cosinus of tangens het beste kan gebruiken.
2. Je kunt hoeken uitrekenen met de sinus, cosinus en tangens.
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoel behaald deze les?
A
+
B
+/-
C
-
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Hoofdstuk 6
6.5 Rekenen in driehoeken
1. Je weet wanneer je sinus, cosinus of tangens het beste kan gebruiken bij het bereken van een zijde.
2. Je kunt een zijde uitrekenen, van een rechthoekige driehoeken, met de sinus, cosinus en tangens.
Slide 9 - Tekstslide
6.5 Rekenen in driehoeken
Slide 10 - Tekstslide
6.5 Rekenen in driehoeken
Slide 11 - Tekstslide
6.5 Rekenen in driehoeken
Slide 12 - Tekstslide
Hoofdstuk 6
6.5 Rekenen in driehoeken
1. Je weet wanneer je sinus, cosinus of tangens het beste kan gebruiken bij het bereken van een zijde.
2. Je kunt een zijde uitrekenen, van een rechthoekige driehoeken, met de sinus, cosinus en tangens.
Slide 13 - Tekstslide
Aantekening 6.5 Rekenen in driehoeken
SOSCASTOA of SOLCALTOA
TOA
SOS/SOL
CAS/CAL
Opgave 28, 29, 30, 31 en 32.
Bekijk wat uit te rekenen en welke zijden / hoek bekend is.
Sinus, cosinus en tangens kun je alleen gebruiken in rechthoekige driehoeken. Driehoek niet rechthoekig, maar een rechthoekige driehoek met een hulplijn.
Slide 14 - Tekstslide
Hoofdstuk 6
6.5 Rekenen in driehoeken
1. Je weet wanneer je sinus, cosinus of tangens het beste kan gebruiken bij het bereken van een zijde.
2. Je kunt een zijde uitrekenen, van een rechthoekige driehoeken, met de sinus, cosinus en tangens.