In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Boek verkoopt en handelt verkoop af
1.3 Bedrijfskolom
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Theorie 1.3
Maken vragen
Slide 2 - Tekstslide
De bedrijfskolom
Goederen komen niet zomaar in een bedrijf. Ze leggen een lange weg af naar de klant. Deze weg noem je de bedrijfskolom.
Slide 3 - Tekstslide
Welke weg denk je dat een appel van de boer aflegt voordat hij in de supermarkt ligt?
Slide 4 - Open vraag
Goederenstroom
De goederenstroom is de weg die de goederen door de bedrijfskolom aflegt.
Slide 5 - Tekstslide
De stappen
1. Productie
2. Distributie
3. Detailhandel
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekent het woord distributie?
Slide 7 - Open vraag
Oerproducent
De producten die rechtstreeks uit de natuur komen. Komen van de oerproducent.
Wie kan de oerproducent van de koffieboon zijn?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Halffabrikaat
Groothandelaren verkopen vaak aan elkaar. Dit gebeurt bijv. bij halffabrikaten. Een halffabrikaat is een tussenvorm van een product.
Slide 10 - Tekstslide
Eindproduct
Een ander bedrijf van de planken een kast maken. De kast is dan het eindproduct.
Slide 11 - Tekstslide
Het deeg in een taart is:
A
een halffabrikaat
B
het eindproduct
Slide 12 - Quizvraag
De tafel die gemaakt is van de houten planken is:
A
eindfabrikaat
B
halffabrikaat
Slide 13 - Quizvraag
Exporteur
Als een artikel in het buitenland wordt gefabriceerd dan komt dit van een exporteur en/of importeur.
Een exporteur exporteert goederen naar het buitenland. De importeur haalt ze uit het buitenland.
Slide 14 - Tekstslide
Bananen komen uit het buitenland naar de supermarkt in Nederland. Dit heet:
A
import
B
export
Slide 15 - Quizvraag
Niet iedere weg die een product aflegt is even lang. Welk product legt waarschijnlijk de langste weg af voordat het in de winkel ligt?
A
een ei
B
een telefoonhoesje
C
een gsm
D
melk
Slide 16 - Quizvraag
Integratie
Soms nemen bedrijven (schakels) taken over van andere bedrijven (schakels). Bijv. een bedrijf koopt rechtstreeks schoenen in bij de fabrikant ipv bij de importeur.
Dit noem je integratie.
Slide 17 - Tekstslide
Differentiatie
Soms kan de weg ook langer zijn en kan er nog een tussenbedrijf zijn. Bijv. een dealer van een speciaal merk schoenen waar door de importeur ingekocht wordt. Dit noem je differentiatie.
Slide 18 - Tekstslide
De boer heeft besloten zijn producten rechtstreeks aan zijn consumenten te gaan verkopen i.p.v via de groothandel. De weg is dus korter geworden dit noem je:
A
Differentiatie
B
Integratie
Slide 19 - Quizvraag
Parallelisatie
Als een winkel producten verkoopt uit een andere sector dan noem je dit parallelisatie. Denk aan een supermarkt die telefoons verkoopt.
Slide 20 - Tekstslide
Geldstroom
De weg die het geld aflegt noem je de geldstroom.
Slide 21 - Tekstslide
Informatiestroom
Als 2 bedrijven (schakels) contact met elkaar hebben, wisselen ze informatie uit. Denk aan een winkel met een groothandel die onderhandelen over de prijzen.