In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom allemaal!
Hoofdstuk 4. Gedrag Paragraaf 4.4. Lichaamstaal
Slide 1 - Tekstslide
Waar gaan we het in hoofdstuk 4 over hebben?
4.1 - Prikkels en gedrag
4.2 - Leren
4.3 - Lichaamstaal
4.4 - Samen leven
Slide 2 - Tekstslide
Geef voorbeelden van samenwerking tussen dieren
Slide 3 - Woordweb
Wat gaan we deze les doen?
Hoe werken dieren samen in een groep?
Wie is de baas in een groep?
Wordt er bij ruzie altijd gevochten?
Hoe vinden dieren een partner?
Slide 4 - Tekstslide
Hoe werken dieren samen in een groep?
veel diersoorten leven samen in een groep, deze dieren noem je groepsdieren
Deze dieren leven en werken samen om te overleven, zoals spreeuwen dat doen doen in een zwerm. ze maken allemaal precies dezelfde beweging om te ontsnappen aan een roofvogel
Slide 5 - Tekstslide
Hoe werken dieren samen in een groep?
Samenwerken gaat het beste als er een taakverdeling is. dit betekent dat het duidelijk is wie wat doet.
Wolven moeten samenwerken om te overleven, een grote groep wolven noemen we een roedel
Als wolven samen jagen omcirkelen ze hun prooi, iedere wolf weet precies wat hij/zij moet doen. Ze hebben dus een taakverdeling!
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Wat zagen we in het filmpje?
Was er hier sprake van samenwerking tussen de wolven? en hoe deden ze dat?
Werkten de bizons ook samen?
Slide 8 - Tekstslide
Wie is de baas in een groep?
Een groep dieren heeft meestal een leider, in een roedel wolven zijn dat er zelfs twee, het sterkste mannetje en vrouwtje!
Als de wolven een prooi hebben gevangen bepalen de leiders wie als eerst mag eten.
Bij wolven is het paar dat de roedel leidt dominant
De andere wolven zijn onderdanig
De onderdanigewolf op de afbeelding ligt op zijn rug, dit is een signaal voor de dominantehond dat hij de baas is!
Slide 9 - Tekstslide
Wordt er bij ruzie altijd gevochten?
Twee honden hebben ruzie, gaan ze vechten? ze laten beiden hun tanden zien. Maar hun staart staat niet omhoog, dit noemen we dreigen.
Als het dreigen lang duurt, vertonen dieren tijdens het dreigen opeens heel ander gedrag wat niet past bij het dreigen. dit soort gedrag noemen wij overspronggedrag.
Slide 10 - Tekstslide
Overspronggedrag bij katten
Slide 11 - Tekstslide
Hoe vinden dieren een partner?
Dieren steken vaak veel energie in het lokken van een geschikte partner. Het gedrag waarbij dieren een partner lokken en versieren noemen wij baltsgedrag.
Bij het 'baltsen' maken veel dieren gebruik van overdreven signalen. Kijk maar eens naar de onderstaande mannetjes pauw.
Slide 12 - Tekstslide
Hoe vinden dieren een partner?
Keizerspinguïns voeren samen een dans uit. deze dans begint als het mannetje een geschikt vrouwtje heeft gevonden.
De vogels maken allebei geluiden, bewegen met hun koppen en draaien om elkaar heen. Dit baltsgedrag kan erg lang doorgaan.
De functie van de balts is de voorbereiding op de paring. Door de balts kiezen dieren hun partner en zijn ze niet meer bang voor elkaar.
Mensen baltsen ook, al noem je dat meestal versieren.
Slide 13 - Tekstslide
Huiswerk voor volgende keer
leren paragraaf 4.1 - 4.2 - 4.3 - 4.4 uit lesson up
Maken van alle opdrachten voor paragraaf 4.4 (Nectar)