3 havo 14-10-2024 1e, 3e en 4e naamval

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herzlich Willkommen!

Heidelberg

Was machen wir heute?

- Die Hausaufgaben

- Grammatik 1e, 3e en 4e naamval

- Quizizz

- Die neuen Hausaufgaben

Sätze analysieren/ Zinnen ontleden:

Nominativ = 1e naamval = onderwerp

Wie/Wat + gezegde?

Akkusativ = 4e naamval = lijdend voorwerp

Wie/Wat + gezegde + onderwerp?

Dativ = 3e naamval = meewerkend voorwerp

Wie/Wat + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp

Voorzetsels 3e naamval (Seite 153)

• mit -> met 
• nach -> na / naar
• bei -> bij
• seit -> sinds
• von -> van
• zu -> naar / tot
• aus -> uit
• außer -> behalve
• gegenüber -> tegenover
• entgegen -> tegen

Voorzetsels 4e naamval (Seite 154)

• durch -> door
• für -> voor
• ohne -> zonder
• um -> om
• bis > tot
• gegen -> tegen
• entlang -> langs

Oefenen met de voorzetsels:

Der Junge hat für seine Mutter Blumen gekauft. 

Max war mit seinem Vater ins Kino gegangen.

Eva geht zu dem Fußballspiel. 

Bas lief entlang den Fluss.

Samentrekkingen:

zu dem = zum

zu der = zur

bei dem  = beim 

von dem = vom

Stap 1: Staat er een voorzetsel in de zin?

Stap 2: 

Ja? -> kijk bij welke naamval het voorzetsel hoort.

Nee? -> dan ga je de zin ontleden door middel van vragen.

Ik ga naar de dokter.

Ich gehe zum Arzt.

De dokter opereert mij.

Der Arzt operiert mich.

Grammatik (Seite 67) und (Seite 152)

1e naamval = onderwerp

3e naamval = meewerkend voorwerp 

4e naamval = lijdend voorwerp 

Besprechen:

Die Aufgaben 20, 21 und 22 besprechen auf Seite 67 und 68

Quizizz:

https://quizizz.com/admin/quiz/6708e96a029831314aeea6c1

Die neuen Hausaufgaben

Die Aufgaben 23, 26, 27 und 28 machen

+ 

Lernen aantekeningen