Les 3: communicatiestijlen

Les 3: communiceren in de zorg

Thema: communicatiestijlen

(ZORGVERLENER, COMMUNICATOR)
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 3: communiceren in de zorg

Thema: communicatiestijlen

(ZORGVERLENER, COMMUNICATOR)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les, kun je:
- uitleggen hoe de communicatiestijl van invloed is op de manier hoe je communiceert.
- uitleggen hoe je een professionele relatie opbouwt door gelijkwaardig te communiceren met de zorgvrager.
- samenvatten wat de invloed is van macht, afhankelijkheden en gelijkwaardigheid in de relatie tussen de zorgverlener en de zorgvrager.
- uitleggen hoe je doelgericht communiceert door gedrag te beïnvloeden en te onderhandelen met de zorgvrager.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe?
Quiz
Theorie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Waar hebben we het de vorige les over gehad?

Quizvragen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord gaat NIET over verbale communicatie?
A
stemvolume
B
praten
C
lichaamstaal
D
stemklank

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip past NIET bij non-verbaal?
A
lichaamstaal
B
afstand/nabijheid
C
mimiek
D
praten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord hoort NIET bij communicatie?
A
dromen
B
zender
C
ontvanger
D
boodschap

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een storing in de communicatie heet
A
fout
B
incident
C
ruis
D
onderbreking

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zwaaien is een vorm van .......
A
Non-verbale communicatie
B
Fit zijn
C
Verbale communicatie
D
Geen één van de bovenstaande antwoorden

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verkeersborden zijn geen
vorm van communicatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een mail schrijven is een vorm van:
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij ruis komt een boodschap niet goed over bij de ontvanger
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van verbale communicatie?
A
Kaj kijkt verdrietig tijdens de activiteit.
B
Maik stuurt een emoticon via WhatsApp naar Zigo.
C
Lisa steekt haar duim omhoog naar Mirthe.
D
Xavier mailt naar Courteney dat hij aanwezig is bij de activiteit.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is jouw uitstraling een onderdeel van?
A
Verbale communicatie.
B
Non-verbale communicatie.
C
Mondelinge communicatie.
D
Schriftelijke communicatie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak over lichaamstaal is juist?
A
Je kunt met lichaamstaal goed verbergen hoe je je echt voelt.
B
Lichaamstaal is lastig te interpreteren.
C
Je lichaamstaal laat zien hoe je je voelt.
D
Lichaamstaal is voor iedereen anders

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak over actief luisteren is juist?
A
Actief luisteren wil zeggen dat je actief weergeeft wat er gezegd wordt.
B
Bij actief luisteren gaat het erom dat je snel snapt wat de ander bedoelt.
C
Als je actief luistert, dan vul je het verhaal van de ander aan.
D
Bij actief luisteren let je goed op hóe iemand iets zegt.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omdat iedereen zijn eigen waarneming en zijn eigen referentiekader heeft, komt informatie bij iedereen anders binnen. Dit noemen we......
A
Subjectief
B
Objectief
C
Ruis
D
Bewust worden

Slide 17 - Quizvraag

Mensen kunnen niet objectief waarnemen. Je weet nooit zeker of dat wat jij hebt gezien of gehoord ook door de anderen om jou heen is gezien of gehoord. Omdat iedereen zijn eigen waarneming en zijn eigen referentiekader heeft, komt informatie bij iedereen anders binnen. Leren gebeurt daardoor ook subjectief. Je weet nooit wat iemand gehoord, gezien en begrepen heeft van een bepaalde situatie. De manier waarop iemand leert, is daarmee individueel bepaald. Ook wat iemand in een bepaalde situatie leert, verschilt van individu tot individu. Niemand kan bepalen wat een ander op een bepaald moment leert.
De manier waarop iemand leert en wat iemand van een bepaalde situatie leert, is dus individueel bepaald. Leren vraagt bij iedere zorgvrager om een individuele aanpak. Breng vooraf in kaart wat een zorgvrager wil leren of weer wil kunnen. En ga na wat de zorgvrager van de situatie weet en begrijpt.
Hoe communiceer jij?
Hoe breng jij je boodschap
en waardoor word je door anderen herkend?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vier verschillende verzorgenden
In de ochtend verzamelen Ikram, Maartje, Theo en Linda zich voor de overdracht.
Theo is er al vroeg, ruim voor de dienst begint. Hij zit stil in een hoekje de rapportage te lezen. Hij zegt weinig.
Linda is ook ruim op tijd. Zodra ze binnenkomt, zegt ze vlug Theo gedag. Dan pakt ze de planning van de dag en verdeelt de taken en dat deelt ze op een zakelijke manier aan Theo mee.
Ikram komt op tijd binnen. Ze pakt eerst koffie en gaat er lekker bij zitten. 'Hoi Theo, hoe is het nu met je zoon?' vraagt ze belangstellend. 'En is het gisteren nog gelukt met die katheter, Linda?'
Maartje komt als laatste binnen, eigenlijk net te laat. 'Hallo jongens!' roept ze luid. 'Sorry, hoor, wat ik nu toch weer heb meegemaakt. O, eerst een bakkie gezellig!' roept ze luid uit. Alle aandacht gaat meteen naar haar.




Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag.....
Individueel
Maak de test (link op volgende pagina)
Stel je communicatiestijl vast
Zet op een rijtje welke eigenschappen bij jouw stijl horen
Zet op een rijtje waar de valkuilen van jouw stijl in zitten.
Zet op een rijtje hoe jouw stijl communiceert. 
Geef antwoord op de vraag: hoe communiceer je met een zorgvrager, die jouw stijl heeft? (Thieme!)





timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
Zie Thieme 
Communicatie en begeleiden
Module 1: communicatie in de zorg
Hoofdstuk 2: communicatie met de zorgvrager


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is dit allemaal belangrijk?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jouw relatie met de zorgvrager

Heeft de zorgvrager gekozen voor de relatie?
Is de relatie vrijwillig?
Geef jij de zorgvrager opdrachten?
Is de zorgvrager van jouw afhankelijk?

Is de relatie gelijkwaardig?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongelijkwaardige relatie
functionele relatie;
rollen zijn onomkeerbaar;
vrijheid tegenover gebondenheid;
deskundigheid tegenover ondeskundigheid;
geslotenheid tegenover openheid;
onafhankelijkheid tegenover afhankelijkheid;
macht tegenover onmacht.






Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelijkwaardige relatie opbouwen - 1
- Het uitgangspunt van de communicatie is respect voor de zorgvrager.

- Je maakt geen verschil tussen de zorgvragers.
- Je respecteert de rechten van de zorgvrager.
- Je ondersteunt de eigen verantwoordelijkheid van de zorgvrager zo goed mogelijk.
- Je stelt de belangen van de zorgvrager centraal.
- Je houdt rekening met de achtergrond van de zorgvrager.




Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelijkwaardige relatie opbouwen - 2
- Je zorgt ervoor dat de zorgvrager zijn eigen regie,      zelfredzaamheid en autonomie behoudt.

- Je bent je bewust van de afhankelijkheid van de zorgvrager en gaat daar zorgvuldig mee om.
- Je respecteert je beroepsgeheim.
- Je houdt rekening met de privacy van de zorgvragers.
- Je handelt zorgvuldig bij intieme handelingen.



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gespreksvoering:

Gebruik ANNA: Altijd Navragen, Niet Aannemen.

Gebruik LSD: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen.
Neem OMA mee: parkeer je Opvattingen, Meningen en Aannames.
Gebruik NiVEA: Niet Invullen Voor Een Ander

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderhandelen met zorgvrager

Blijf onderzoeken: wat is het belang? wat zit er achter?
Open communiceren
Uitgaan van samen oplossen
Blijf vriendelijk
Blijf (objectief) luisteren


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen behaald?
Aan het einde van de les, kun je:
- uitleggen hoe de communicatiestijl van invloed is op de manier hoe je communiceert.
- uitleggen hoe je een professionele relatie opbouwt door gelijkwaardig te communiceren met de zorgvrager.
- uitleggen hoe je doelgericht communiceert door gedrag te beïnvloeden en te onderhandelen met de zorgvrager.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik
Communicatie in het team

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies