In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
7.4 Atomen als bouwstoffen
Lesdoel:
De opbouw van een atoom beschrijven.
De samenstelling van isotopen benoemen.
Slide 1 - Tekstslide
Atomen
Atomen zijn de bouwstenen van moleculen.
Bijv. water (H2O) bestaat uit 2 wateratomen (H) en 1 zuurstofatoom (O)
Slide 2 - Tekstslide
Ontleden
Als moleculen uit elkaar worden gehaald (ontleden), maak je de atomen los van elkaar en kunnen er nieuwe moleculen ontstaan.
watermoleculen
zuurstofmoleculen (O2) en waterstofmoleculen (H2)
Slide 3 - Tekstslide
Elementen
Een element is een stof die niet verder kan worden ontleed.
Een element bestaat uit één soort atomen. (Er zijn iets meer dan 100 elementen)
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
De kern van een atoom
Deze bestaat uit protonen (positief geladen) en neutronen.
Slide 6 - Tekstslide
Om de kern zweven elektronen. Deze zijn negatief geladen.
Slide 7 - Tekstslide
Atoom = elektrisch neutraal
Een atoom heeft evenveel protonen als elektronen.
Een atoom is daarom elektrisch neutraal.
Slide 8 - Tekstslide
Isotopen
Atomen van één element hebben allemaal dezelfde hoeveelheid protonen in de kern.
Het aantal neutronen kan anders zijn. Dat noemen we dan isotopen.
Slide 9 - Tekstslide
Atoomnummer = aantal protonen in de kern van het atoom
Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen
Bv. koper = Cu (atoomnummer 29)
Koper heeft isotopen: koper-63 en koper-65
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld isotopen koper
Koper-63 heeft 29 protonen.
En 63-29 = 34 neutronen
Koper-65 heeft ook 29 protonen.
En 65-29 = 36 neutronen
Slide 11 - Tekstslide
Controlevragen
1 Teken schematisch een watermolecuul en noteer de namen van de bouwstenen.
2 Noteer of de volgende vragen waar of niet waar zijn.
Slide 12 - Tekstslide
1
2
3
4
5
6
Slide 13 - Tekstslide
Wat is een neutron?
A
Een atoomkern
B
Een ongeladen kerndeeltje
C
Een positief geladen kerndeeltje
D
Een negatief geladen kerndeeltje
Slide 14 - Quizvraag
Koolstof is een element dat in een aantal natuurlijke isotopen voorkomt. Twee daarvan zijn C-12 en C-14.
De kern van atoom C-14 heeft evenveel ....... als de C-12 kern
A
Elektronen
B
Protonen
C
Neutronen
D
Isotopen
Slide 15 - Quizvraag
Koolstof is een element dat in een aantal natuurlijke isotopen voorkomt. Twee daarvan zijn C-12 en C-14. De kern van atoom C-14 heeft ..... dan de C-12 kern.
A
meer protonen
B
meer neutronen
C
minder protonen
D
minder neutronen
Slide 16 - Quizvraag
Koolstof heeft atoomnummer 6. Wat zegt dit over het element?
A
Koolstof heeft 6 protonen
B
Koolstof heeft 6 neutronen
C
Koolstof heeft 6 elektronen
D
Koolstof heeft 6 isotopen
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Welke kernen zijn isotopen van het hetzelfde element? Selecteer alle opties.