In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H2 Straling aanvullende lesstof deel 1
Kern
Neutronen en protonen
Rond de kern
Elektronen
Slide 1 - Tekstslide
Succescriteria
Ik kan rekenen met getallen in de notatie van machten van 10
Ik kan machten van 10 gebruiken om de golflengte te benoemen
Ik ken de onderdelen van een atoom
Ik weet wat een foton is en kan dat uitleggen
Ik weet wat een isotoop is en kan dat begrip uitleggen en gebruiken
Slide 2 - Tekstslide
Welke succescriteria beheers je nog NIET voldoende? (machten, atoom, foton, isotopen)
Slide 3 - Open vraag
Heb je een vraag naar aanleiding van de video's die je hebt moeten kijken?
Slide 4 - Open vraag
In exacte vakken vaak:
Hele grote getallen (bijv heelal)
Hele kleine getallen (atomen)
Lastig!
0,0000000000000008979
638169000000000000000
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Grote getallen
10 = 10ˆ1
100 = 10 ・ 10 = 10ˆ2
1000 = 10 ・ 10 ・10 = 10ˆ3
10000 = 10 ・ 10 ・ 10 ・ 10 = 10ˆ4
etc.
1 = 10ˆ0
Slide 7 - Tekstslide
Kleine getallen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
0,00086500
tel het aantal nullen voor het eerste getal
4
kleiner dan 0 dus negatief exponent
eerste getal voor de komma
8,6500 ・10^-4
Slide 11 - Tekstslide
69740 = ?
Slide 12 - Open vraag
0,002090 = ?
Slide 13 - Open vraag
Nu ook nog ermee rekenen!
Paar voorbeelden
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeld
0,0098 x 0,13
9,8・10^-3 x 1,3・10^-1
(9,8 x 1,3) ・10^(-3+-1)
13・10^-4
1,3・10^-3
Slide 16 - Tekstslide
Voorbeeld 2
4,5・10^2 x 3,98・10^4
(4,5 x 3,98) ・10 ^(2+4)
18・10^6
1,8・10^7
Slide 17 - Tekstslide
250・10ˆ3 x 18・10ˆ2=
Slide 18 - Open vraag
8,560・10ˆ-2 x 2,9089・10ˆ-1
Slide 19 - Open vraag
Golflengte
Wat is Golflengte?
De golflengte wordt altijd in METERS!!! uitgedrukt
Golflengtes zijn er van 10.000 meter tot 0,000000000001 m
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Welke straling heeft de meeste energie (meerdere antwoorden mogelijk)
A
straling met een kleine golflengte
B
straling met een grote golflengte
C
gammastraling
D
microgolven
Slide 22 - Quizvraag
Fotonen en energie
Wat zijn fotonen?
Hoe kleiner de golflengte van de straling , hoe groter de stralingsenergie.
Slide 23 - Tekstslide
Soorten Straling
Radiogolven -Informatie uitwisselen -Radiofoton niet schadelijk -Foton bevat weinig energie -Golflengte is 10.000m tot 1m -wordt gebruikt in bv radio en telefoon
Slide 24 - Tekstslide
Microgolfstraling
-Microgolffoton Is niet schadelijk
-Foton bevat weinig energie
-golflengte is 1 m tot 0.0001m
-wordt gebruikt in bv magnetron en voor contact met wifi
Slide 25 - Tekstslide
Ir-straling(infrarood)
-Ir-foton is niet schadelijk
-Foton bevat weinig energie
-Golflengte is 0.0001 m tot 0.000001m
-Zit in zon, Wordt bv ook in een afstandbediening gebruikt
Slide 26 - Tekstslide
Zichtbaar licht
-Golflengte is klein
- foton bevat relatief veel energie
- is niet schadelijk
- al het licht dat je kan zien
-
Slide 27 - Tekstslide
Uv-straling
(ultraviolet)
-Golflengte is super klein
-uv-foton bevat veel energie
-Kan goed zijn, maar ook schadelijk
- zit in bv in zon en scanner biljetten
Slide 28 - Tekstslide
Röntgenstraling
Slide 29 - Tekstslide
Gammastraling
Slide 30 - Tekstslide
De kern van een atoom
Deze bestaat uit protonen (positief geladen) en neutronen.
Slide 31 - Tekstslide
Om de kern zweven elektronen. Deze zijn negatief geladen.
Slide 32 - Tekstslide
Atoom = elektrisch neutraal
Een atoom heeft evenveel protonen als elektronen.
Een atoom is dus elektrisch neutraal.
Slide 33 - Tekstslide
Isotopen
Slide 34 - Tekstslide
Isotopen
Isotopen zijn atomen met
hetzelfde aantal protonen in de kern
maar met een verschillend aantal
neutronen in de kern. Dit maakt
een kern instabiel waardoor er
deeltjes worden afgestoten
-> radioactieve straling.
Slide 35 - Tekstslide
https:
Slide 36 - Link
Isotopen
Atomen van één element hebben allemaal dezelfde hoeveelheid protonen in de kern.
Het aantal neutronen kan anders zijn. Dat noemen we dan isotopen.
Slide 37 - Tekstslide
Atoomnummer = aantal protonen in de kern van het atoom
Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen
Bv. koper = Cu (atoomnummer 29)
Koper heeft isotopen: koper-63 en koper-65
Slide 38 - Tekstslide
Voorbeeld isotopen koper
Koper-63 heeft 29 protonen. En 63-29 = 34 neutronen
Koper-65 heeft ook 29 protonen. En 65-29 = 36 neutronen
Slide 39 - Tekstslide
Het atoomnummer is het zelfde als...
A
Aantal elektronen
B
Aantal neutronen
C
Aantal protonen
D
Aantal neutronen + protronen
Slide 40 - Quizvraag
Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel neutronen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34
Slide 41 - Quizvraag
Wat is een isotoop?
A
zelfde atoom,
andere massa
B
ander atoom,
zelfde massa
C
zelfde atoom,
ander atoomnummer
D
ander atoom,
zelfde atoomnummer
Slide 42 - Quizvraag
Hiernaast de weergave van alfa-straling, ofwel een Helium-kern. Waar staan de getallen 2 en 4 voor?
A
2 voor het aantal protonen en 4 voor het aantal neutronen.
B
2 voor het aantal neutronen en 4 voor het aantal protonen.
C
2 voor het aantal protonen en 4 voor het massagetal.
D
2 voor het aantal neutronen en 4 voor het massagetal.
Slide 43 - Quizvraag
Koolstof is een element dat in een aantal natuurlijke isotopen voorkomt. Twee daarvan zijn C-12 en C-14. De kern van atoom C-12 heeft evenveel... als de C-14 kern
A
fotonen
B
neutronen
C
elektronen
D
protonen
Slide 44 - Quizvraag
Welke kernen zijn isotopen van hetzelfde element?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 45 - Quizvraag
Welke succescriteria beheers je nu BETER? (machten, atoom, foton, isotopen)
Slide 46 - Open vraag
Is er een onderdeel uit deze lessonup waar je nog aanvullende uitleg bij nodig hebt?