Lezen H5 - les 2 - 2M1

vr. 11 juni - 2M1 - 3e uur
  • Bespreken formatieve toets Lezen
  • Herhalen uitleg Lezen H5 (indien voldoende tijd)
  • Bespreken opdr. 1 op blz. 116-117
  • Zelfstandig werken
Inleveren keuzeopdracht bij boek 3
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

vr. 11 juni - 2M1 - 3e uur
  • Bespreken formatieve toets Lezen
  • Herhalen uitleg Lezen H5 (indien voldoende tijd)
  • Bespreken opdr. 1 op blz. 116-117
  • Zelfstandig werken
Inleveren keuzeopdracht bij boek 3

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les heb je je boekopdracht ingeleverd; weet je wat er goed ging bij de FT en wat er beter kan én heb je geoefend met kritisch lezen.

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken FT Lezen H1-4

Slide 3 - Tekstslide

Wat is kritisch lezen, denk je?

Slide 4 - Open vraag

Kritisch lezen
betekent: letten op de deskundigheid van de schrijver, het doel van de tekst en de bron.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom moet je kritisch kunnen lezen, denk je?

Slide 6 - Open vraag

Je moet kritisch kunnen lezen
omdat, de informatie in teksten niet altijd betrouwbaar is.

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer is iemand 'deskundig'?

Slide 8 - Open vraag

De deskundigheid v.d. schrijver
Een schrijver is deskundig als hij zich uitgebreid in het onderwerp heeft verdiept of veel ervaring heeft met het onderwerp. Hoe deskundiger de schrijver, hoe betrouwbaarder de tekst.

Slide 9 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met 'de bron' van een tekst?

Slide 10 - Open vraag

De bron
De bron van een tekst is waar je de informatie vindt: krant, website of boek en op welke datum de tekst gepubliceerd is.

Als de tekst lang geleden verschenen is, kan het zijn dat de informatie in de tekst niet meer klopt.

Slide 11 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met 'het doel' van een tekst?

Slide 12 - Open vraag

Het doel van de tekst
Wat wil de schrijver van de tekst bereiken? Wil hij alleen feitelijke, dus onpartijdige,  informatie geven of wil hij de lezer overtuigen of activeren?

Slide 13 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
opdracht 1 blz. 116-117

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Maak opdr. 4 blz. 119-120 = huiswerk voor ma. 14/6

Slide 15 - Tekstslide