strofe 10

nocturnis (r.37) congrueert met?
1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
LatijnMiddelbare school

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

nocturnis (r.37) congrueert met?

Slide 1 - Open vraag

ego (r. 37) is het onderwerp van teneo (r.38), maar wat is het lijdend voorwerp?
A
captum (r. 38)
B
volucrum (r. 38)
C
te (r. 39)
D
gramina (r.39)

Slide 2 - Quizvraag

captum (r.37): welke naamval en hoe gebruikt?
A
nom ev - onderwerp
B
gen mv - bvb
C
acc ev - lijdend voorwerp
D
acc ev - praedicatief

Slide 3 - Quizvraag

Waarmee congrueert captum (r. 38)?

Slide 4 - Open vraag

ego (r. 37) is ook het onderwerp van sequor (r.38), maar wat is het lijdend voorwerp?
A
captum (r. 38)
B
volucrum (r. 38)
C
te (r. 39)
D
gramina (r.39)

Slide 5 - Quizvraag

volucrem (r.37): welke naamval en hoe gebruikt?
A
nom ev - onderwerp
B
gen mv - bvb
C
acc ev - lijdend voorwerp
D
acc ev - praedicatief

Slide 6 - Quizvraag

Waarmee congrueert volucrem(r. 38)?

Slide 7 - Open vraag

sequor-per
Waarheen Horatius 'te' volgt wordt aangegeven door per in r. 39 en per in r. 40

Slide 8 - Tekstslide

per gramina: met welke naamval gaat per?
A
nom
B
gen
C
abl
D
acc

Slide 9 - Quizvraag

In welke naamval staat Martii Campi?
A
nom
B
gen
C
dat
D
abl

Slide 10 - Quizvraag

In welke naamval staat dure (r. 40)?

Slide 11 - Open vraag

waarmee congrueert volubiles (r.40?
A
dure
B
aquas
C
ego
D
nergens mee

Slide 12 - Quizvraag