Horatius IV.1 strofe 1+2

• Middelbare school

intermissa (r. 1): Waarmee congrueert dit ppp?

Parce (r.2):
Wat is de determinatie?

1. abl ev m
2. bijwoord
3. imp ev prae A
4. 1e ev ind prae P

precor (r.2):
Wat is de determinatie?

1. nom ev m
2. bijwoord
3. imp ev prae A
4. 1e ev ind prae P

bonae (r. 3): Waarmee congrueert dit?

Cinarae (r.4):
Welke naamval en wel gebruik?

1. gen- objectivus
2. gen-subjectivus
3. dat-MV
4. dat-incommodi

Desine (r.4):
Wat is de determinatie?

1. abl ev m
2. bijwoord
3. imp ev prae A
4. 1e ev ind prae P

Desine (r.4):
Wat is de aanvulling bij desine?

1. de genitivus dulcium
2. de BwB circa lustra decem
3. de inf flectere
4. de dativus-aanvulling imperiis

flectere (r.5):
Wat moet je aanvullen als LV (zie aantekening)

dulcium (r.4) congrueert met?

1. desine
2. mater
3. Cupidinum
4. decem

Cupidinum (r. 5) is gen mv en bvb bij?

1. dulcium
2. mater
3. lustra decem
4. geen bvb

mollibus (r. 6) congrueert met?

durum (r.7) is een dvb en congrueert met?

1. Cupidinum
2. decem
3. imperiis
4. aan te vullen me

imperiis (r.7):
Welke naamval en welk gebruik?

1. dat - aanvulling ww
2. dat - commodi
3. abl - modi
4. abl - causae

abi (r. 7): Wat is de determinatie?

1. imp ev prae A
2. 1e ev ind pf A
3. gen ev m
4. nom mv m

revocant (r. 8): Wat is hierbij het onderwerp?

1. ingesloten
2. blandae preces
3. iuvenum
4. te

iuvenum (r.8):
Welke naamval en welk gebruik?

1. acc ev - LV
2. acc ev - richting
3. gen mv - objectivus
4. gen mv - subjectivus

Welke functie heeft te (r.8)?