Rekendidactiek

Rekendidactiek
1 / 28
volgende
Slide 1: Woordweb
Rekendidactiek les 1MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Rekendidactiek

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom leren kinderen rekenen?
Concentratie
Schatten
Kritisch denken
Logisch redeneren
Nauwkeurig werken
Problemen op verschillende manieren oplossen

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe stem je didactiek af op het kind?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het eerste niveau van uitleg volgens het handelingsmodel?
A
Formeel handelen
B
Voorstellen- concreet
C
Voorstellen - abstract
D
Informeel handelen (doen)

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het tweede niveau van uitleg volgens het handelingsmodel?
A
Formeel handelen
B
Voorstellen- concreet
C
Voorstellen - abstract
D
Informeel handelen (doen)

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het derde niveau van uitleg volgens het handelingsmodel?
A
Formeel handelen
B
Voorstellen- concreet
C
Voorstellen - abstract
D
Informeel handelen (doen)

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het hoogste niveau van uitleg volgens het handelingsmodel?
A
Formeel handelen
B
Voorstellen- concreet
C
Voorstellen - abstract
D
Informeel handelen (doen)

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er in het hoofd van kinderen?
Werkgeheugen: Dit is je korte geheugen. Je gebruikt het om iets even te onthouden terwijl je aan het rekenen bent. Bijvoorbeeld als je een tussenantwoord nodig hebt.

Langetermijngeheugen: Dit is waar je belangrijke dingen bewaart die je vaak nodig hebt, zoals rekentafels en rekenregels.

Declaratieve kennis: Declaratieve kennis: Dit zijn gewoon de rekenweetjes die je uit je hoofd kent. Bijvoorbeeld:
2 + 2 = 4
10 × 10 = 100
Een vierkant heeft 4 gelijke kanten

Procedurele kennis: Dit is hoe je een som oplost, dus welke stappen je zet om bij het goede antwoord te komen.

Kort gezegd: Je hebt een geheugen voor nu en een geheugen voor later. En je hebt kennis over wat iets is en kennis over hoe je iets doet!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van automatiseren? 
Gememoriseerd = uit het hoofd geleerd, maar niet per se begrepen.
 Geautomatiseerd = vloeiend en moeiteloos toepasbaar, vaak met begrip van het proces.

Automatiseren is dus een stap verder dan memoriseren en helpt bij vlot en efficiënt rekenen

Slide 15 - Tekstslide

Het doel van automatiseren is dat er uiteindelijk heel veel gememoriseerd wordt, waardoor het werkgeheugen minder belast wordt)
Wat is het verschil tussen geautomatiseerd en gememoriseerd? Of
Gememoriseerd (uit je hoofd geleerd): Dit betekent dat je iets hebt onthouden, maar je moet er nog steeds over nadenken. Bijvoorbeeld: als je 7 × 8 wilt uitrekenen en je eerst in je hoofd de tafel van 7 moet doorlopen om het antwoord te vinden.

Geautomatiseerd (gaat vanzelf): Dit betekent dat je het zo vaak hebt geoefend dat je er niet meer over hoeft na te denken. Bijvoorbeeld: je ziet 7 × 8 en je weet meteen dat het 56 is, zonder te rekenen.

Kort gezegd:
✔ Gememoriseerd = Je weet het, maar je moet er nog over nadenken.
✔ Geautomatiseerd = Je weet het direct, zonder nadenken.

Het doel is om belangrijke sommen en regels te automatiseren, zodat je sneller en makkelijker kunt rekenen! 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reken uit:
5X6=
6X3=
17x24=
27:3=

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke sommen zijn geautomatiseerd? En welke gememoriseerd?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

asynchroon tellen
Het kind telt precies volgens de telrij maar wijst de objecten in willekeurige volgorde aan.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sychroon tellen
Telrij is goed en wijst de objecten ook goed aan.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Resultatief tellen.
Aantal voorwerpen staat gelijk met het aantal dat hij/zij geteld heeft.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkort tellen
Een kind kan tellen door stappen over te slaan.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde van ontwikkeling getalbegrip?
A
Akoestisch/sychroon/ asynchroon/resultatief/verkort
B
Akoestisch/asynchroon/synchroon/resultatief/verkort
C
Akoestisch/asynchroon/resultatief/synchroon/verkort
D
Resultatief/akoestisch/synchroon/asynchroon/verkort

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies