DNA of RNA wordt gescheiden op basis van grootte. DNA is negatief geladen door fosfaatgroepen.
Gel met een constante stroom erdoorheen. De DNA-fragmenten gaan naar positieve elektrode.
Kleine stukjes verplaatsen zich ver. Grote stukken DNA blijven makkelijker hangen
Slide 6 - Tekstslide
B3 Transcriptie
Slide 7 - Tekstslide
B4 translatie en eiwitsynthese
Slide 8 - Tekstslide
Aflezen RNA van 5'naar 3'
Bindingsplaatsen EPA
A-plaats: binding anticodon en mRNA
P-plaats: aminozuur komt vrij van het t-RNA
A-plaats: peptidebinding waardoor eiwit groeit
Grote ribosoomdeel schuift op
Translatie
Slide 9 - Tekstslide
Splicing
Splicing
Alternatieve splicing
Slide 10 - Tekstslide
DNA dubbele streng
DNA - RNA
t-RNA - eiwit
Slide 11 - Tekstslide
B5 Genregulatie prokaryoot (gen staat uit)
Genregulatie prokaryoot (gen staat aan)
Slide 12 - Tekstslide
Genregulatie en celdifferentiatie met transcriptiefactoren in embryonale stamcellen
Slide 13 - Tekstslide
RNAi: Een kort type RNA, Micro-RNA (miRNA) remt de expressie van genen door het afbreken en blokkeren van mRNA zodat geen translatie kan plaatsvinden. Dit heeft RNA-interferentie. Zo kan miRNA de concentratie van eiwit in een cel bepalen.
Slide 14 - Tekstslide
B6 Mutaties
Puntmutatie
Genoommutaties
Chromosoommutatie: crossing over tijdens de meiose
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.