In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Licht
Nask BWI4
Mevrouw Ruysink
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
Introductie licht
Doelen -Aan het einde van de les kun je vertellen welke soorten licht je hebt en hoe schaduw ontstaat.
Opdrachten maken
Slide 2 - Tekstslide
Licht
Natuurlijk licht
Kunstmatig licht
Slide 3 - Tekstslide
Lichtbronnen
Divergente lichtbundel: Lichtstralen bewegen uit elkaar
Convergente lichtbundel: Lichtstralen bewegen naar elkaar toe
Evenwijdige lichtbundel: Lichtstralen gaan niet uit elkaar. lopen evenwijdig (laser)
Slide 4 - Tekstslide
Schaduw ontstaat bij de randstralen
Slide 5 - Tekstslide
Opdrachten maken
We maken de opdrachten van paragraaf 1
Opdracht 1 tm 10
Slide 6 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
Uitleg
Practicums
Opdrachten maken bij de practicums
Slide 7 - Tekstslide
Wit licht en het spectrum
Zonlicht is wit
Bevat alle kleuren
(rood, oranje, geel, groen, blauwen violet)
Dit kan een prisma laten zien
Alle kleuren in het witte licht noem je het spectrum
Slide 8 - Tekstslide
Absorberen en terugkaatsen:
Een voorwerp kaatst alleen zijn eigen kleur terug, alle andere kleuren worden geabsorbeerd. Bij een kleur die niet in het spectrum zit, worden er meerdere kleuren opgenomen (mengkleuren)
Een blauw voorwerp weerkaatst alleen blauw licht en absorbeert de rest,
Een wit voorwerp weerkaatst alle kleuren
Een zwart voorwerp absorbeert alle kleuren.
Slide 9 - Tekstslide
Practicum
We verdelen de klas in twee groepen
Maak met je groep proef 1 op blz 8 proef 2 op blz 14
Proef 3 op blz 17 tm vraag 7
Slide 10 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
Terugblik (lichtbundels, spectrum, kleuren zien)
Doelen -Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe positieve en negatieve lenzen werken
Steeds een korte uitleg en dan bijbehorende opdrachten maken
Slide 11 - Tekstslide
positieve lens negatieve lens
Opdracht 24 tm 30 maken
negatieve lens
Slide 12 - Tekstslide
Hoe werkt een lens?
Sterkere lens buigt licht meer
Bij een sterkere lens zit de brandpuntsafstand dichterbij Voor brandpunt gebruik je de letter F
Opdracht 32 en 33 maken
Slide 13 - Tekstslide
Brandpunt bij een holle lens
Opdracht 34 tm 37 maken
Slide 14 - Tekstslide
Hoe werkt een lens?
lens verbuigt lichtstralen lenzen hebben altijd een brandpunt F creert een beeld B van een voorwerp V bolle lens=positieve lens, convergeren holle lens=negatieve lensen, divergeren
Slide 15 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Uitleg en oefenen met constructies tekenen
Slide 16 - Tekstslide
Construeren
-Nauwkeurige tekening maken van lichtstralen door een lens
L=lichtpunt
F=brandpunt
B=beeldpunt
Slide 17 - Tekstslide
Constructiestralen
Tekening op schaal -> Bepaal waar beeld achter lens ontstaat
Dit heet construeren
We doen het altijd met twee lichtstralen
1 - Door het midden van de lens, verandert niet richting
2 - Evenwijdig aan hoofdsas. Na lens door brandpunt (F).
Slide 18 - Tekstslide
Een reeel beeld is 180 graden gedraaid
Slide 19 - Tekstslide
Oefenen
Klassikaal opdracht 38 tm 58 maken blz 33
Op het bord construeren
Dit is een belangrijke vaardigheid voor je examen!!
Slide 20 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen -Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe lichtstralen door het oog verwerkt worden
Uitleg
Aan de slag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Werking oog
Slide 23 - Tekstslide
Bijziend & Verziend
Slide 24 - Tekstslide
Opdrachten maken
Klassikaal opdracht 59 tm 79 in je werkboek vanaf blz 37
Slide 25 - Tekstslide
Wat gaan we deze les doen?
Terugblik
Doelen
-Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe straling ontstaat en welke soort straling je hebt