SO woordenschat klas 1 periode 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Voorbereiding SO 1 Nederlands 

Woordenschat 

LES 1

Vragen over de woorden van les 1

Wat is de betekenis van:
gering

1. veel
2. klein, weinig, matig
3. voorbijgaan, passeren
4. hulp vragen

Wat betekent:
aandoen

Wat is de betekenis van:
verbijsterd

1. verdrietig
2. ergens aan meedoen
3. blij zijn
4. heel erg verbaasd, met stomheid geslagen

consequent, geordend, geregeld, gestructureerd, methodisch, ordelijk,

planmatig, stelselmatig

het land inbrengen, (handelswaar) importeren, gegevens inbrengen in een computer, wetten

invoeren ofwel wetten in gebruik nemen

een (vorm van) belediging, iemand opzettelijk zwart maken, strafbare en/of onjuiste informatie verspreiden, de roddel, de smaad de kwaadsprekerij

invoeren

de laster

systematisch 

LES 2

Vragen over de woorden van les 2

Wat is de betekenis van:
aanraden

1. op grote schaal
2. niet meer dan
3. raad geven, advies geven
4. ongewenste dieren

Wat betekent:
ongelooflijk

Wat is de betekenis van:
vermoeden

1. gebrekkig spreken
2. vermomming
3. dat wat om je heen is
4. stelling zonder bewijs

Wat betekent:
stamelen

vermomming, je aanpassen aan de omgeving, zodat je niet opvalt, maskering, verkleding

dat wat om je heen is, de buurt, de streek, het gebied

niet te herkennen, incognito, vermommen/ maskeren,niet te kennen in de zin van onkenbaar, niet tekennen, onmerkbaar inde zin van niet (op) te merken, herleiden /ofwel onherleidbaar, niet te achterhalen. 

omgeving

onherkenbaar

camouflage

LES 3

Vragen over de woorden van les 3

Wat is de betekenis van:
het voorval

1. afremmen, hinderen
2. ontwijken
3. fel, nijdig
4. de gebeurtenis

Wat betekent:
het rumoer

Wat is de betekenis van:
immers

1. onnodig ingewikkeld
2. namelijk, want, toch
3. aanmoedigen, stimuleren
4. leveren, afgeven, opbrengen

Wat betekent:
vinnig

ontwijken, iets of iemand uit de weg gaan

uitleggen, verklaren, duidelijk maken, verduidelijken

onnodig ingewikkeld, onnodig uitgebreid, langdradig, met veel omwegen

toelichten

omslachtig

mijden

LES 4

Vragen over de woorden van les 4

Wat is de betekenis van:
bekostigen

1. betalen, afrekenen
2. veroorzaken
3. grappig, lachwekkend
4. onnodig verbruiken, opmaken

Wat betekent:
overbodig

Wat is de betekenis van:
de opbrengst

1. kopen, inslaan
2. achterlaten, niet nakomen van een afspraak
3. resultaat, verdienste
4. stichten, verzoorzaken

Wat betekent:
nalaten

onbruikbaar, ondienstig

origineel, echt, vanaf het begin

kopen, inslaan

oorspronkelijk

aanschaffen

nalaten

LES 5

Vragen over de woorden van les 5

Wat is de betekenis van:
betekenis

1. aantekening
2. definitie
3. paragraaf
4. oorzaak

Wat betekent:
oorzaak

Wat is de betekenis van:
verklaring

1. toelichting
2. definitie
3. aantekening
4. overtreden

Wat betekent:
paragraaf

toelichting, getuigenis

instrument, vergrootglas

notitie, opmerking

microscoop

aantekening

verklaring