Palliatieve zorg les 4 8/3

Terminale zorg
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Terminale zorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 4 
Zijn er vragen, opmerkingen, leervragen nav 2 weken geleden?
- wetgeving
- verschil palliatieve sedatie en euthanasie
 


N.B. Zorgpad Begeleiden in de zorg hoofdstuk 9 en 10

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Continue sedatie versus euthanasie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoppen met eten en drinken

Om het moment van sterven te bespoedigen, kunnen ernstig zieke mensen er bewust voor kiezen met eten en drinken te stoppen. De inname kan geleidelijk verminderd worden, maar er kan ook op één moment voor een totale stop gekozen worden. Door het lichaam vocht en voedsel te onthouden, gaat het lichaam de eigen, resterende voorraden aanspreken totdat het uitgedroogd is. Afhankelijk van de conditie, sterft een ernstig zieke doorgaans binnen één à twee weken. Als de stervende af en toe nog wat water drinkt, kan het iets langer duren. 

Slide 4 - Tekstslide

In 1996 werd, nadat een 62-jarige patiënt uit verpleeghuis Blauwbörgje in Groningen bij opname in een ziekenhuis uitgedroogd bleek te zijn, voor het eerst gesproken over versterven. Versterven is namelijk een synoniem voor uitdrogen.

Slide 5 - Link

Bewust stoppen met eten en drinken
Lesdoelen
Je kunt de verschijnselen in de terminale fase benoemen
Je kunt aangeven welke zorgacties/interventies je uitvoert

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ken je het begrip advanced care planning?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptomen kennen jullie in de stervensfase?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zorg verleen je als vverzorgende?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zorg verleen je als vverzorgende?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zorg verleen je als vverzorgende?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Morfine 

feiten en fabels

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Morfine werkt niet verslavend
A
Ja, dat klopt
B
nee, dat klopt niet

Slide 33 - Quizvraag

Verslaving is onder te verdelen in geestelijke en
lichamelijke afhankelijkheid. Als u morfine als pijnstiller
gebruikt, is de kans op geestelijke afhankelijkheid zeer
gering. Een verslaving treedt op wanneer iemand zonder pijn morfine gebruikt, dan treedt er een bepaalde
‘kick‘ op. Deze ‘kick’ treedt niet op wanneer morfine
de functie heeft om pijn te verlichten. Zoals bij bijna
ieder geneesmiddel dat langdurig wordt gebruikt, is
er wel sprake van lichamelijke gewenning aan morfine.
Dit is op zich niet schadelijk. Alleen als het gebruik
van morfine plotseling wordt gestaakt, kan dat zogenaamde ontwenningsverschijnselen veroorzaken. Voorbeelden zijn: hartkloppingen, zweten, misselijkheid,
braken en diarree. Deze verschijnselen kunnen worden
voorkomen door de dosis geleidelijk te verlagen. Doe
dit in overleg met uw arts.
Van morfine heb je steeds meer nodig
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quizvraag

De dosering morfine wordt alleen verhoogd wanneer
de pijn toeneemt. De pijn bepaalt hoeveel morfine
u nodig heeft. Daarbij is het goed om te weten dat
de dosis van morfine in principe geen bovengrens
heeft. Er zijn mensen die het honderdvoudige van de
dosering waarmee ze gestart zijn, krijgen toegediend.
Morfine werkt levensbekortend
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quizvraag

Het is een misverstand dat morfine alleen wordt
gegeven in het eindstadium van kanker. De veronderstelling dat morfine levensbekortend werkt, is niet juist.
Morfine wordt niet voorgeschreven om de dood te
bespoedigen. Ongeveer 25% van de morfine wordt
gebruikt door patiënten met langdurige, chronische
ziekten zoals reuma. Morfine kan dus jaren achtereen
als pijnstiller worden voorgeschreven. Ook kan
morfine tijdelijk worden gegeven en daarna worden
afgebouwd, zoals na een operatie.
Morfine veroorzaakt
ademhalingsmoeilijkheden
A
Ja
B
Nee

Slide 36 - Quizvraag

Bij de behandeling van pijn met morfine spelen
ademhalingsmoeilijkheden geen rol. Alleen zeer hoog
gedoseerde morfine­injecties in een ader kunnen
problemen met de ademhaling veroorzaken. Benauwdheid kan juist reden zijn om morfine voor te schrijven
Van morfine wordt je suf
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quizvraag

 Sufheid is een bijwerking die kan optreden tijdens
de eerste dagen van de behandeling met morfine of
na verhoging van de dosis morfine. Vaak wordt de
innerlijke rust, die optreedt als men geen last meer
heeft van pijn, verward met sufheid en slaperigheid.
Vragen?

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Bestudeer hoofdstuk Begeleiden : 9 en 10 uit zorgpad. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies