Qwic intro quiz
1 / 18
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat maakt Qwic?
A
Fietsen
B
Elektrische fietsen
C
Elektrische scooters
D
Elektrische steps
Slide 2 - Quizvraag
Welke activiteiten heeft Qwic?
A
Ontwerp en ontwikkeling
B
Productie
C
Verkoop
D
Service
Slide 3 - Quizvraag
Welke 4 categoriën e-bikes
verkoopt Qwic?
verkoopt Qwic?
Slide 4 - Open vraag
In welk beroepsjasje steek je jezelf tijdens dit project?
A
Ingenieur
B
Werktuigbouwkundige
C
Industrieel Ontwerper
D
Architect
Slide 5 - Quizvraag
Welke capaciteiten moet een Industrieel Ontwerper hebben?
A
Conceptueel denken
B
Creativiteit
C
Slap lullen
D
Doorzettingsvermogen
Slide 6 - Quizvraag
Koos is de expert.
Wat voor type bureau zijn zij?
Wat voor type bureau zijn zij?
A
Ontwerpbureau
B
Strategisch ontwerpbureau
C
Adviesbureau
D
Architectenbureau
Slide 7 - Quizvraag
Waar heeft Koos vestigingen?
A
Amsterdam
B
Londen
C
Berlijn
D
Lissabon
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde van ontwerpproces?
A
Defineer > Ontdek > Ontwikkel > Prototype
B
Defineer > Ontdek > Prototype > Ontwikkel
C
Ontdek > Ontwikkel > Defineer > Prototype
D
Ontdek > Defineer > Ontwikkel > Prototype
Slide 9 - Quizvraag
Waar staan de letters in de afkorting SWOT analyse voor?
Slide 10 - Open vraag
Wat is een 'Persona'?
A
Gewoon, een persoon
B
Gedetailleerde omschrijving van een gebruiker
C
Marketing woord gebruikt voor sales activiteiten
D
Doelgroep
Slide 11 - Quizvraag
Wat is belangrijk bij gebruik van het Programma van Eisen (PvE)?
A
Het mag niet meer dan 10 eisen bevatten
B
Je moet het kunnen toetsen
C
Het mag naast eisen, ook wensen bevatten
D
Het hoeft niet aan alle eisen te voldoen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is belangrijk bij brainstromen?
A
Geen kritiek geven op andermans ideeen
B
Gekke ideeen zijn niet welkom
C
Beter weinig ideeen, dan veel
D
Een idee is van de persoon die het bedacht
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een morfologische kaart?
A
Een uiteenzetting van strategische richtingen
B
Een kaart die logica aangeeft
C
Ontwerpmethode met een onderverdeling in functies
D
Een kaart die in een andere vorm gemorft kan worden
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het doel van een
'Proof of Concept'?
'Proof of Concept'?
A
Laten zien of het concept haalbaar is
B
Laten zien of het concept werkt
C
Laten zien of het concept geproduceerd moet worden
D
Laten zien of het concept gouden bergen oplevert
Slide 15 - Quizvraag
Waar word je proces op beoordeeld?
A
Samenwerken
B
Inventief zijn
C
Productgericht werken
D
Plannen en organiseren
Slide 16 - Quizvraag
Waar word je product op beoordeeld?
A
Proof of concept
B
Kleur
C
Innovativiteit
D
Gewicht
