- persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
- persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
- voltooid deelwoord (vtdw)
- infinitief (inf)
- gebiedende wijs (geb.wijs)
- onvoltooid deelwoord/tegenwoordig deelwoord
- voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt (bvnw)