KKC taaldingetjes

Taalweetjes
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taalweetjes

Slide 1 - Tekstslide

Het schoolvak Nederlands is vooral belangrijk om foutloos te leren schrijven
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quizvraag

In hoeveel landen/gebieden wordt Nederlands of een variant daarvan gesproken.
A
4
B
6
C
12
D
17

Slide 3 - Quizvraag

De Nederlandse taal in andere gebieden en landen
Officieel en moedertaal
Het Nederlands wordt gebruikt als officiële landstaal in:
  • Nederland
  • Aruba
  • Curaçao
  • Saba, Bonaire en Sint Eustatius
  • Sint Maarten
  • Suriname


Slide 4 - Tekstslide

De Nederlandse taal in andere gebieden en landen
Officieel en moedertaal
  • België
  • Indonesië (bronnentaal, officiële bestuurstaal)
  • Zuid-Afrika (grondwettelijk tot 1961; tot 1984 grondwettelijk gelijkgesteld aan het Afrikaans)
  • Zuidwest-Afrika



Slide 5 - Tekstslide

De Nederlandse taal in andere gebieden en landen
Immigrantentaal

Grote groepen Nederlanders zijn naar deze landen geïmmigreerd. 
  • Australië
  • Canada
  • Frans-Guyana, waaronder Nederlandssprekende Surinamers
  • Nieuw-Zeeland
  • Verenigde Staten

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Problemen met lezen en schrijven
Leerlingen met dyslexie hebben helaas vaak erg veel moeite met lezen en schrijven. Foutloos schrijven kan een groot probleem zijn, maar ook het lezen van teksten kan problemen opleveren. 

Slide 8 - Tekstslide

Kan een blind persoon ook dyslexie hebben?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Problemen met lezen en schrijven
Ja, ook blinden kunnen dyslexie hebben, al komt het in de praktijk niet vaak voor. Dyslexie is namelijk een
taal-ontwikkelingsstoornis. Bij blinden uit zich dat in moeite hebben om woorden in brailleschrift te lezen of woorden in brailleschrift te schrijven. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Het eerste Nederlandse zinnetje dat is opgeschreven stamt uit de 12e eeuw
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Hebban olla vogala
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu. Wat unbidan we nu?’ Deze dertien woorden zijn beroemd, maar ze zijn met raadsels omgeven. We weten dat ze rond 1075 zijn opgeschreven, maar het is niet zeker wie de schrijver is en welk dialect hij gebruikt.

Slide 13 - Tekstslide

Het Nederlandse woord "gezellig" is niet goed te vertalen in het Engels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Nederlands is voor Engelsen best makkelijk te leren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Nederlands voor Engelstaligen
Het Nederlands is voor mensen die Engels spreken een makkelijke taal om te leren. Maar wat lastig blijft is dat van veel Nederlandse woorden de uitspraak behoorlijk ingewikkeld is. Het gaat dan om tongbrekers met meerdere medeklinkers achter elkaar. Denk bijvoorbeeld aan het woord “angstschreeuw”. Daarin zitten acht medeklinkers. 
Het woord “slechtstschrijvend” heeft zelfs negen.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe groot is het aandeel van woorden die uit een andere taal geleend zijn.
A
een vijfde
B
een kwart
C
een derde
D
de helft

Slide 17 - Quizvraag

BIJNA EEN DERDE VAN DE NEDERLANDSE TAAL IS GELEEND
Het Nederlands bevat leenwoorden uit het Frans, Engels en Hebreeuws. De taal heeft dan ook een lange linguïstische geschiedenis. Een aantal voorbeelden van Franse leenwoorden: bureau, paraplu en jus d’orange. Voorbeelden van Hebreeuwse leenwoorden zijn mazzel, tof en bajes.

Slide 18 - Tekstslide

Je hebt taal nodig voor rekenen en wiskunde (sommen)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Wiskunde en taal
Zonder taal begrijp je bijvoorbeeld niet wat optellen is. Of wat verhoudingen zijn, iets is groter of kleiner. 
En als het echt moeilijk wordt dan heb je taal nodig om concepten te begrijpen. Bijvoorbeeld coëfficiënt is. Ook al zou je de definitie uit je hoofd leren, dan ben je er nog niet.  

Slide 20 - Tekstslide

Hoeveel leerlingen komt als functioneel analfabeet van de middelbare school af.
A
10%
B
15%
C
20%
D
25%

Slide 21 - Quizvraag

Functioneel analfabetisme
Een kwart van de 15-jarige Nederlandse leerlingen, kan een bijsluiter of een brief van school niet goed lezen. Ze begrijpen de informatie niet. 

Slide 22 - Tekstslide

In 2011 werd een woord door het Guinness World Records opgetekend als het langste Nederlandse woord. Hoe lang is dit woord?
A
57 letters
B
60 letters
C
68 letters
D
73 letters

Slide 23 - Quizvraag

Langste woord. 
kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamhedencomitéleden

Slide 24 - Tekstslide