2.4 en extra uitleg

2.4: Landschapszones 2
Aan het einde van de les kan je de Subtropische, gematigde, boreale en polaire zones omschrijven.

Daarnaast is er extra uitleg m.b.t. wat we al behandeld hebben.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.4: Landschapszones 2
Aan het einde van de les kan je de Subtropische, gematigde, boreale en polaire zones omschrijven.

Daarnaast is er extra uitleg m.b.t. wat we al behandeld hebben.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lucht circulatie
constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken

Slide 3 - Tekstslide

Lucht circulatie
constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken

Slide 4 - Tekstslide

Lucht circulatie
constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken
Polaire cel
Ferrel cel
Hadley cel
Hadley cel
Ferrel cel
Polaire cel

Slide 5 - Tekstslide

Lucht circulatie
constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken

Op het aardoppervlak stroomt de lucht dus van hoge luchtdruk gebieden naar de lage luchtdruk gebieden

Slide 6 - Tekstslide

Coriolis effect
Op het aardoppervlak stroomt de lucht dus van hoge luchtdruk gebieden naar de lage luchtdruk gebieden

Door de draaiing van de aarde krijgt de windstroom een afwijking. 

Op het noordelijk halfrond naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links
(gezien vanuit windstroom)

Slide 7 - Tekstslide

Passaten en moesons
Deze overheersende windrichtingen noemen we ook wel passaten.


Slide 8 - Tekstslide

De ITCZ (intertropische convergentie zone) is de plek waar de noordelijke en zuidelijke passaten samenkomen.

Door de wisseling in seizoen verplaatst deze van plek

Slide 9 - Tekstslide

De ITCZ (intertropische convergentie zone) is de plek waar de noordelijke en zuidelijke passaten samenkomen.

Door de wisseling in seizoen verplaatst deze van plek

Slide 10 - Tekstslide

Door dat de passaat vanuit het zuiden de evenaar over gaat veranderd deze van door het coreolis effect  richting. (links naar rechts). deze blijft daardoor langer boven de warme zee en neemt meer water op. Dit valt er in een korte tijd weer uit: heftig en kort regen seizoen: Moessons


Slide 11 - Tekstslide

Landschapszones herhaling van d 

Slide 12 - Tekstslide

Subtropische zone

gebieden met een Cs klimaat

Slide 13 - Tekstslide

Subtropische zone

- gebieden met een Cs klimaat
- vergelijkbaar met savanne maar kouder

Slide 14 - Tekstslide

Gematigde  zone

- gebieden met een Cf klimaat
- Niet bijzonder droog of nat
- niet bijzonder warm of koud 
- loofbos

Slide 15 - Tekstslide

Boreale  zone

- Koud en nat
- Naaldwoud/taiga
- na genoeg niet aanwezig op zuidelijk halfrond: Waarom niet?

Slide 16 - Tekstslide

Polaire zone  

- Koud en droog
- Toendra
- hooggebergte

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Einde Uitleg
Maak opdracht 1,2 en 3 van 2.3 in je werkboek

Slide 19 - Tekstslide