Aan het einde van de les kan je de Subtropische, gematigde, boreale en polaire zones omschrijven.
Daarnaast is er extra uitleg m.b.t. wat we al behandeld hebben.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
2.4: Landschapszones 2
Aan het einde van de les kan je de Subtropische, gematigde, boreale en polaire zones omschrijven.
Daarnaast is er extra uitleg m.b.t. wat we al behandeld hebben.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Lucht circulatie
constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken
Slide 3 - Tekstslide
Lucht circulatie
constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken
Slide 4 - Tekstslide
Lucht circulatie
constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken
Polaire cel
Ferrel cel
Hadley cel
Hadley cel
Ferrel cel
Polaire cel
Slide 5 - Tekstslide
Lucht circulatie
constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken
Op het aardoppervlak stroomt de lucht dus van hoge luchtdruk gebieden naar de lage luchtdruk gebieden
Slide 6 - Tekstslide
Coriolis effect
Op het aardoppervlak stroomt de lucht dus van hoge luchtdruk gebieden naar de lage luchtdruk gebieden
Door de draaiing van de aarde krijgt de windstroom een afwijking.
Op het noordelijk halfrond naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links
(gezien vanuit windstroom)
Slide 7 - Tekstslide
Passaten en moesons
Deze overheersende windrichtingen noemen we ook wel passaten.
Slide 8 - Tekstslide
De ITCZ (intertropische convergentie zone) is de plek waar de noordelijke en zuidelijke passaten samenkomen.
Door de wisseling in seizoen verplaatst deze van plek
Slide 9 - Tekstslide
De ITCZ (intertropische convergentie zone) is de plek waar de noordelijke en zuidelijke passaten samenkomen.
Door de wisseling in seizoen verplaatst deze van plek
Slide 10 - Tekstslide
Door dat de passaat vanuit het zuiden de evenaar over gaat veranderd deze van door het coreolis effect richting. (links naar rechts). deze blijft daardoor langer boven de warme zee en neemt meer water op. Dit valt er in een korte tijd weer uit: heftig en kort regen seizoen: Moessons
Slide 11 - Tekstslide
Landschapszones herhaling van d
Slide 12 - Tekstslide
Subtropische zone
gebieden met een Cs klimaat
Slide 13 - Tekstslide
Subtropische zone
- gebieden met een Cs klimaat
- vergelijkbaar met savanne maar kouder
-
Slide 14 - Tekstslide
Gematigde zone
- gebieden met een Cf klimaat
- Niet bijzonder droog of nat
- niet bijzonder warm of koud
- loofbos
Slide 15 - Tekstslide
Boreale zone
- Koud en nat
- Naaldwoud/taiga
- na genoeg niet aanwezig op zuidelijk halfrond: Waarom niet?