2.3.2 en extra uitleg

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

2.3: Landschapszones 1

Aan het einde van de les kan je de Subtropische, gematigde, boreale en polaire zones omschrijven.

Daarnaast is er extra uitleg m.b.t. wat we al behandeld hebben.

Lucht circulatie

constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken

Lucht circulatie

constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken

Lucht circulatie

constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken

Polaire cel

Ferrel cel

Hadley cel

Hadley cel

Ferrel cel

Polaire cel

Lucht circulatie

constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken

Op het aardoppervlak stroomt de lucht dus van hoge luchtdruk gebieden naar de lage luchtdruk gebieden

Coriolis effect

Op het aardoppervlak stroomt de lucht dus van hoge luchtdruk gebieden naar de lage luchtdruk gebieden

Door de draaiing van de aarde krijgt de windstroom een afwijking. 

Op het noordelijk halfrond naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links

(gezien vanuit windstroom)

Passaten en moesons

Deze overheersende windrichtingen noemen we ook wel passaten.

Hoe de ITCZ en de moessons werken gaan we de volgende les weer dieper op in. 

Landschapszones herhaling van d 

Herhaling

Wat kenmerkt het tropische landschap?

waar vind je de tropische landschapszone?

Tropische zone

- Tropisch regenwoud

- Savanne (periodiek droog)
- Warm & Nat

Aride is een ander woord voor

1. Nat
2. Droog
3. Woestijn
4. Kaal

Ruim 60 procent van de woestijnen wereldwijd zien er niet uit als een stereotype woestijn: hoe zien deze woestijnen er dan uit?

Het verschil tussen een woestijn en de steppe zit in de

1. Neerslag
2. Temperatuur
3. Begroeing
4. manier van grond gebruik

Aride Zone

- Aride is een ander woord voor droog

- Weinig neerslag en warm

- Woestijn (Grind)

- Steppe (meer dan 250 mm regen)

Einde Uitleg

Maak opdracht 1,2 en 3 van 2.3 in je werkboek