LUK 2 VPK_Week 2.4_LessonUP

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpleegkunde
LUK 2
VPK_Week 2.4
KIJK NAAR JEZELF

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.
.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen:

1. Begrijpt het gebruik van modellen bij de anamnese
2. Begrijpt het ICF classificatiemodel
3. Begrijpt wat de crossculturele determinanten van Stronks zijn 


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is de 4e lesweek.
Hoe zit je erbij?
Rechtop
Blij
Vermoeid
Verrast
Teleurgesteld
Slaperig
Geaard
Gehaast
Zin in
Onderuit

Slide 7 - Poll

Maximaal 3 minuten

Doel is om de modus bij de check in even te polsen.

Ga lichtvoetig/ luchtig/ niet te diep door de poll uitkomst heen. 

Laat eventueel vragen of kwesties meenemen naar de PPI
Voorbereidingscheck

Slide 8 - Tekstslide

DOEL

De voorbereidingsopdrachten worden geactiveerd zodat we zien hoe iedereen in de race zit.

Sheet 8 t/m 14



Upload je mindmap die je gemaakt hebt ter voorbereiding van de les

Slide 9 - Open vraag

Max 3 minuten

Vragen noteren en meenemen in de les.
Einde les zijn alle vragen beantwoord

Slide 10 - Tekstslide

Studenten kennen het verpleegkundig proces nog uit LUK 1, dit is weer de eerste les KR. Benoem het proces (uitgebreide uitleg niet nodig, volgt  in les 2.5) en benoem dat vandaag de anamnesefase en bijbehorende onderwerpen centraal staan.
Gezondheidsdeterminanten, help wat waren dat ook alweer?
Ga naar 
https://www.rivm.nl/factsheet-determinanten

Je hebt 10 minuten de tijd om de factsheet door te nemen. Hierna volgen een aantal quizvragen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Geef studenten 10 minuten de tijd om de website te bekijken. Daarna volgen een aantal vragen middels een quiz. Bespreek de antwoorden klassikaal
Wat zijn gezondheidsdeterminanten?
A
Factoren die de financiële situatie beïnvloeden
B
Factoren die het zelfmanagement beïnvloeden
C
Factoren die de gezondheid beïnvloeden
D
Factoren die de zelfredzaamheid beïnvloeden

Slide 13 - Quizvraag

Het juiste antwoord is C
Welke determinant heeft invloed op de participatie?
A
Persoonlijkheid
B
Hutje op de hei
C
Leeftijd
D
Rolstoelafhankelijkheid

Slide 14 - Quizvraag

Alle antwoorden zijn juist
Wat is een voorbeeld van een biologische gezondheidsdeterminant?
A
geslacht
B
woonomgeving
C
gezinsinkomen
D
werkstress

Slide 15 - Quizvraag

Het juiste antwoord is A
Welke determinant speelt een rol bij het risico op hart- en vaatziekten?
A
Stress
B
Etniciteit
C
Voeding
D
Gender

Slide 16 - Quizvraag

Alle antwoorden zijn juist
Welke van de volgende factoren is een sociaal-economische determinant van gezondheid
A
Genetische aanleg
B
Leeftijd
C
Toegang tot gezondheidszorg
D
Immuniteit

Slide 17 - Quizvraag

Het juiste antwoord is C

Welke factor wordt beschouwd als een fysieke omgevingsdeterminant?
A
Stressniveau
B
Luchtkwaliteit
C
Persoonlijk leed
D
Erfelijkheid

Slide 18 - Quizvraag

B is het juiste antwoord
Wat viel je op in de factsheet van het RIVM?
Nieuwe zaken?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

ICF model

Slide 20 - Tekstslide

In het ICF model vind je ook gezondheidsdeterminanten.

Het ICF-model (International Classification of Functioning, Disability and Health) is een wereldwijd erkend raamwerk ontwikkeld door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om de gezondheid en het functioneren van mensen te beschrijven. Het model biedt een holistische benadering van gezondheid door niet alleen naar ziekten en aandoeningen te kijken, maar ook naar hoe mensen functioneren in hun dagelijkse leven en hoe hun omgeving daarop van invloed is.

Het ICF-model is opgebouwd uit verschillende componenten die samen een compleet beeld van de gezondheid en het functioneren van een persoon geven:

Functies en Anatomische Eigenschappen:

Functies: Dit verwijst naar de fysiologische functies van lichaamssystemen (zoals spraak, ademhaling, of geheugen).
Anatomische eigenschappen: Dit heeft betrekking op de lichaamsstructuren, zoals organen, ledematen, en hun onderdelen.

Activiteiten en Participatie:

Activiteiten: Dit omvat alle taken of acties die een persoon uitvoert, zoals lopen, praten, eten, of zichzelf aankleden.
Participatie: Dit verwijst naar de mate waarin iemand betrokken is in levenssituaties, zoals werk, onderwijs, sociale activiteiten, en gezinsleven.

Externe Factoren:

Deze component kijkt naar de externe omgeving waarin iemand leeft en hoe deze de gezondheid en het functioneren beïnvloedt. Dit kunnen fysieke, sociale, en attitudinale factoren zijn, zoals hulpmiddelen, sociale steun, toegankelijkheid van gebouwen, of attitudes van anderen.

Persoonlijke Factoren:

Dit zijn de unieke achtergrondkenmerken van de persoon, zoals leeftijd, geslacht, levensstijl, copingstrategieën, en andere persoonlijke omstandigheden. 

Het invullen van het ICF-model gebeurt meestal in een multidisciplinaire setting, waarbij zorgverleners samen met de cliënt en eventuele familieleden of mantelzorgers het functioneren van de cliënt in kaart brengen. Het invulproces omvat de volgende stappen:

Gegevens verzamelen: Begin met het verzamelen van informatie over de gezondheidstoestand, het functioneren, de activiteiten en de participatie van de cliënt. Dit kan door middel van gesprekken, observaties, en het raadplegen van medische dossiers.

Identificeren van problemen: Identificeer de specifieke functioneringsproblemen in elk van de domeinen van het model (functies, activiteiten, participatie). 

Beoordelen van externe en persoonlijke factoren: Analyseer welke externe en persoonlijke factoren van invloed zijn op het functioneren van de cliënt. Dit kan helpen om inzicht te krijgen in belemmeringen of juist ondersteunende factoren in de omgeving.

Bespreken van doelen en interventies: Op basis van de ingevulde ICF kan een behandel- of begeleidingsplan worden opgesteld. Hierbij worden doelen geformuleerd, interventies gepland, en verantwoordelijkheden verdeeld.

Het ICF-model wordt gebruikt voor:

Beoordeling van gezondheid en functioneren: Het biedt een systematisch en gedetailleerd beeld van hoe een persoon functioneert in het dagelijks leven, en waar belemmeringen optreden.

Communicatie tussen zorgverleners:

Omdat het ICF een gestandaardiseerd taalgebruik hanteert, faciliteert het duidelijke communicatie tussen verschillende disciplines, zoals artsen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, en verpleegkundigen.

Opstellen van behandelplannen: Het model helpt bij het formuleren van gepersonaliseerde doelen en interventies die gericht zijn op het verbeteren van het functioneren en de kwaliteit van leven van de cliënt.

Het ICF-model is een krachtig hulpmiddel voor het in kaart brengen van de complexiteit van gezondheid en functioneren, en het ondersteunt zorgverleners bij het bieden van holistische en op maat gemaakte zorg.










Slide 21 - Video

Korte video die aan de hand van een voorbeeld goed laat zien hoe het ICF model ingevuld en gebruikt kan worden
Opdracht ICF model
  • Maak tweetallen
  • Heb een kort gesprek met je medestudent en vul gezamenlijk het ICF   model in nav dit gesprek.
  • Denk aan een situatie waarin je ziek of uit balans was (Be your own   patient)
  • Vraag bewust naar de verschillende onderdelen (determinanten) van het   ICF model
  • Probeer door te vragen, om zo meer informatie te verzamelen
  • 15 minuten

Slide 22 - Tekstslide

Bespreek nadat de studenten klaar zijn kort na hoe het is gegaan en of studenten tegen twijfels of moeilijkheden aangelopen zijn. Evt een voorbeeld tonen op het bord.
Stronks

Slide 23 - Tekstslide

Inleidend praatje over waarom nu weer het model van Stronks. 

Waarom zijn er meerdere modellen, waarom steeds een ander model? Complementeren elkaar en daardoor kun je een holistisch beeld schetsen van een zorgvrager.

Het model van Stronks is een kader dat wordt gebruikt om de sociaal-economische gezondheidsverschillen te verklaren. Dit model, ontwikkeld door professor Karien Stronks, biedt inzicht in hoe een andere etnische achtergrond invloed uitoefent op gezondheid via verschillende tussenliggende factoren.

Kernpunten van het Model van Stronks:

Sociaal-economische positie (SEP): De basis van het model is de sociaal-economische positie van een individu, wat bepaald wordt door factoren zoals opleidingsniveau, inkomen, en beroep.

Materiële factoren: Deze omvatten de fysieke omstandigheden waarin iemand leeft, zoals huisvesting, werkcondities, en toegang tot gezondheidszorg.
Leefstijl: Dit betreft gedragingen zoals roken, alcoholgebruik, voeding, en lichaamsbeweging. 
Psychosociale factoren: Dit zijn factoren zoals stress, sociale steun, en controle over het eigen leven. 
Gezondheid: De combinatie van bovenstaande factoren beïnvloedt de gezondheid van een individu. 
Migratieproces en culturele achtergrond: dit zijn ook belangrijke factoren in het model van Stronks, omdat de afkomst, gewoonten, reden van verblijf in ons land zeer bepalend zijn voor manier van leven, toegang tot gezondheidszorg, stress, sociale omgeving en woonomgeving kan beinvloeden.

Een verpleegkundige kan het model van Stronks gebruiken om de gezondheidsverschillen tussen patiënten beter te begrijpen en gerichte interventies te plannen. Hier zijn enkele manieren waarop het model in de verpleegkundige praktijk kan worden toegepast:

Inzicht in Risicofactoren:
Identificeren van Risicogroepen: Door het model van Stronks te gebruiken, kan een verpleegkundige herkennen welke patiënten mogelijk extra risico lopen vanwege hun sociaal-economische status (SES). Dit helpt om aandacht te besteden aan patiënten die in een lagere sociaal-economische positie verkeren, omdat zij vaak meer gezondheidsproblemen hebben.

Analyse van Leefstijl en Omstandigheden: 
Verpleegkundigen kunnen het model gebruiken om te onderzoeken hoe materiële omstandigheden (zoals slechte huisvesting of beperkte toegang tot gezonde voeding) en leefstijlgewoonten (zoals roken of onvoldoende beweging) bijdragen aan de gezondheid van een patiënt.

Interventies op Maat: Door inzicht te krijgen in de specifieke materiële, leefstijl- en psychosociale factoren die de gezondheid van een patiënt beïnvloeden, kan een verpleegkundige meer gerichte en effectieve interventies plannen. Bijvoorbeeld, als een patiënt in een stressvolle omgeving leeft, kan de verpleegkundige psychosociale ondersteuning bieden of doorverwijzen naar passende hulp.

Gezondheidsbevordering: Verpleegkundigen kunnen het model gebruiken om educatieve interventies te ontwerpen die zijn afgestemd op de specifieke behoeften van patiënten met een lagere SES. Dit kan bijvoorbeeld het aanbieden van voorlichtingssessies over gezonde voeding of stressmanagement zijn.

Psychosociale Ondersteuning: Het model benadrukt de rol van psychosociale factoren in gezondheid. Verpleegkundigen kunnen hierdoor aandacht besteden aan zaken zoals sociale steun, het gevoel van controle en stressniveaus bij patiënten. Dit kan leiden tot het aanbieden van psychologische ondersteuning of het betrekken van het sociale netwerk van de patiënt in de zorg.

Omgevingsfactoren Betrekken: Verpleegkundigen kunnen met het model de invloed van de fysieke en sociale omgeving op de gezondheid van een patiënt erkennen. Dit kan betekenen dat er aandacht wordt besteed aan het verbeteren van de leefomstandigheden van de patiënt, bijvoorbeeld door hen te helpen bij het verkrijgen van betere huisvesting of toegang tot sociale diensten.

Preventieve Zorg: Door het model van Stronks te gebruiken, kunnen verpleegkundigen bijdragen aan preventieve zorgprogramma's die gericht zijn op de sociaal-economische determinanten van gezondheid. Ze kunnen deelnemen aan het ontwikkelen van programma's die zich richten op de verbetering van de levensomstandigheden of de bevordering van gezonde leefgewoonten bij risicogroepen.

Door het model van Stronks te gebruiken, kan een verpleegkundige een breder begrip en beeld krijgen van de factoren die bijdragen aan de gezondheid van patiënten en interventies op maat ontwikkelen die rekening houden met de complexe interacties tussen sociaal-economische positie, leefstijl, en gezondheid. Dit leidt tot meer effectieve en doelgerichte zorg voor patiënten die sociaal-economisch kwetsbaar zijn.

NB acculturatie= wanneer leden van verschillende culturen met elkaar in aanraking komen en wanneer als gevolg daarvan culturele patronen veranderen.

Denk aan anders eten, meer/minder bewegen;./ doordat je gewoonten overneemt van de andere cultuur. Dit kan positief uitpakken maar ook negatief uitpakken.








Opdracht
  • Maak tweetallen
  • Lees de casus
  • Welke vragen zou jij mevrouw stellen, denk hierbij specifiek aan de crossculturele determinanten?
  • Gebruik het model van Stronks als hulpmiddel
  • 15 minuten

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Mevrouw Isar is opgenomen op de afdeling chirurgie van het ziekenhuis. Zij moet geopereerd worden aan haar galblaas.
Mevrouw Isar is een 48-jarige vrouw van Syrische afkomst. Zij heeft drie kinderen. Zij is gevlucht vanuit Syrië naar Nederland. Sinds 2 jaar heeft zij een eigen flat in Rotterdam zuid.
 
 
Jij gaat een anamnese bij haar afnemen. Welke vragen ga je allemaal aan haar stellen? Gebruik hierbij het model van stronks.
Koppel je vragen aan de betreffende determinanten.

Slide 25 - Tekstslide

Studenten hebben 15 minuten de tijd voor dit onderdeel.

Afhankelijk van de tijd kun je dit onderdeel plenair nabespreken of een handout meegeven met voorbeeld vragen (Brightspace)
Voorbereiding bijeenkomst 2.5 

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting van de les.

Vragen/onduidelijkheden?

Neem studenten kort mee naar Brightspace en toon de voorbereidingsopdracht van de les van volgende week en maak duidelijk dat het zeer gewenst is als studenten hun Carpenito meenemen naar de komende lessen VPK.
Hoe ging het vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies