Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
oefenen met werkwoordspelling M8
1 / 18
volgende
Slide 1:
Interactive video met 3 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
2 videos
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
3
Slide 1 - Video
00:56
Is het enkelvoud of meervoud?
Het leger kwam in actie.
A
enkelvoud
B
meervoud
Slide 2 - Quizvraag
01:13
1. Jij houdt van snoep.
2. Hou.... jij van snoep?
Hoe schrijf je het in zin 2?
A
hout
B
houdt
C
houd
Slide 3 - Quizvraag
02:08
Sterke werkwoorden zijn
werkwoorden die.....
A
van klank veranderen (bijv. lopen - liepen)
B
niet van klank veranderen (bijv. bellen - belden )
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het hele werkwoord?
Ik kocht gisteren een boek.
Slide 5 - Open vraag
Wat is het hele werkwoord?
Hij herinnert zich niets van het ongeluk.
Slide 6 - Open vraag
In welke zin is het werkwoord fout gespeld?
A
In die tijd geloofde de meeste mensen in god.
B
Thuis heb ik een paar wandelende takken.
C
Vorig jaar fietste je nog op de kleine fiets.
D
Ik gebaarde dat ze mocht komen.
Slide 7 - Quizvraag
In welke zin is het werkwoord fout gespeld?
A
Ik bekijk het opgehangen spandoek.
B
Ik betaste het voorwerp in het donker.
C
Roer dan alles door elkaar.
D
Wie heeft er op de stopknop gedrukt?
Slide 8 - Quizvraag
Onderwerp
persoonsvorm
bepaling van plaats
De kinderen
lopen
naar school.
Slide 9 - Sleepvraag
In welke zin is het werkwoord fout gespeld?
A
Buurvrouw Bet gristte de tijdschriften voor mijn neus weg.
B
Land je morgen op Schiphol?
C
Verslindt je slang de muis?
D
Wie verwachtte dat nog?
Slide 10 - Quizvraag
In welke zin is het werkwoord fout gespeld?
A
Ik geniet van de ondergaande zon.
B
We peddelden zo hard we konden naar de overkant.
C
Die stinkende schoenen zet je maar buiten!
D
Meldt je maar even bij de directeur.
Slide 11 - Quizvraag
4
Slide 12 - Video
01:00
Hoe kan ik weten of het de persoonsvorm is?
A
Vraagzin maken
B
Zin in andere tijd zetten
C
Het onderwerp veranderen in meervoud of enkelvoud
D
gokken
Slide 13 - Quizvraag
01:10
Hoe kun je weten of de zin in de TT of de VT staat?
A
checken of er een woord in de zin staat dat de tijd aangeeft
B
gokken
C
op je gevoel afgaan
Slide 14 - Quizvraag
01:24
Hoe noemen we werkwoorden die van klank veranderen?
(bijvoorbeeld: lopen - liepen)
A
Zwak
B
sterk
Slide 15 - Quizvraag
01:35
Hoe weet je of het een d-werkwoord of een t-werkwoord is?
stap 1 en stap 2
A
langer maken en te luisteren of je een t of 2 hoort
B
altijd het ex-kofschip gebruiken
C
gokken
D
weet je het nog niet zeker na het langer maken? gebruik het ex-kofschip
Slide 16 - Quizvraag
onderwerp
persoonsvorm
bepaling van tijd
voltooid deelwoord
Het huis
is
vorige week
verbrand
Slide 17 - Sleepvraag
Ik rijd in de auto.
Hij rijd in de auto.
Ze aaide het kleine katje.
De hond luisterdt goed.
Zij aaid het kleine katje.
De hond luistert goed.
Slide 18 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
werkwoordspelling TT
April 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
werkwoordspelling TT
Maart 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Persoonsvorm
November 2022
- Les met
50 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1-4
Eerste mentorles
Augustus 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
werkwoordspelling TT
December 2021
- Les met
12 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Herhalen Hst 19 Redekundig ontleden + hst 25/26 werkwoordspelling
Maart 2022
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Oefentoets taalverzorging mh1
Februari 2023
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Werkwoorden vervoegen-Nulmeting
Maart 2019
- Les met
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1