Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
werkwoordspelling TT
Spelling Tegenwoordige tijd
'Kunnen wij het maken!!"
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Spelling Tegenwoordige tijd
'Kunnen wij het maken!!"
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Je kunt uitleggen hoe de op de juiste manier werkwoorden in de tegenwoordige tijd schrijft.
Slide 2 - Tekstslide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Is altijd een werkwoord
Gekoppeld aan het onderwerp
Ik rijd naar school - Wij rijden naar school
Slide 3 - Tekstslide
Regels
Ik vind Ik maak
vind jij/je maak ik
Jij /Hij/Zij vind
t
Jij /Hij/Zij maak
t
vind
t
hij/zij maak
t
hij/zij
Vind
t
je moeder/broer maak
t
je moeder
wij/zij vinden wij/zij maken
Slide 4 - Tekstslide
1.
Welke zin is FOUT gespeld?
A
Hij wordt binnenkort 18 jaar.
B
Ik vind het niet moeilijk.
C
Besteedt eens wat aandacht aan je vriendin.
D
Zendt je moeder het pakket terug?
Slide 5 - Quizvraag
2.
Welke zin is FOUT gespeld?
A
De jongen ontfermt zich over het kind.
B
Hij verzekert mij dat ik goed zit.
C
Vind je dit wel verstandig?
D
Ik rijdt nu langs jouw huis.
Slide 6 - Quizvraag
3.
Welke zin is FOUT gespeld
A
Mijn oudere broer spreidt zijn armen uit.
B
Het schip strandt op de zandbank.
C
Misleid je vriendin niet!
D
De burgemeester spoed zich naar het ziekenhuis.
Slide 7 - Quizvraag
Welke zin is GOED gespeld?
A
Kijk alles goed na voordat je iets verbeterd, zegt de docent.
B
Het maakt niet uit als het gebeurd, want het gaat zo snel.
C
Ik hoop dat het al snel duidelijk word dat iets goed of fout is gespeld.
D
Hij is pas achttien jaar en verhuist morgen al voor de tiende keer.
Slide 8 - Quizvraag
4.
Welke zin is GOED gespeld?
A
Behoedt ons van het kwade.
B
De hond leid mij naar de juiste plek.
C
Het vliegtuig landt om 17:04 uur.
D
Ongedierte bestrijd men met chemische middelen.
Slide 9 - Quizvraag
5.
Welke zin is GOED gespeld.
A
Op reis beleefd hij altijd rare avonturen.
B
Wat je ook aanwend, je wordt hem niet de baas.
C
Je beledigd hem als je niet gaat.
D
Hij beklaagt zich over de verregende vakantie.
Slide 10 - Quizvraag
Welke zin is FOUT gespeld?
A
Raad eens hoeveel mensen hier zijn?
B
Dit medicijn beïnvloed de rijvaardigheid.
C
Hij houdt van mij en ik houd van jou.
D
Wat er ook gebeurt, ik blijf bij je.
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Taalblokken
Spelling en Grammatica 3F
Spelling
Werkwoordspelling Persoonsvorm Tegenwoordige tijd (alles)
Bouwsteen 3 (lezen en luisteren)
Zakelijke brief
Slide 14 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
werkwoordspelling TT
April 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
werkwoordspelling TT
December 2021
- Les met
12 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Zaterdag 18 mei 2024 - herhaling spelling en werkwoordspelling
Mei 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Secondary Education
Spelling persoonsvorm in de tt
Juni 2019
- Les met
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Werkwoorden vervoegen-Nulmeting
Maart 2019
- Les met
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
3 basis Oefenen met werkwoordspelling
Oktober 2022
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Werkwoordspelling les 6: Voltooid deelwoord
Oktober 2019
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
werkwoordspelling les 5: voltooid deelwoord
Oktober 2023
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1