SO Hoofdstuk 2 Par 1 en 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

SO H2 Landschapszones op aarde 

Par 1 en 2

Lees de vragen goed en geef duidelijk antwoord!!

1a.Bekijk figuur 1 (zoom in)
Noem 2 buurlanden van Brazilië

1b. Bekijk figuur 1
Aan welke oceaan grenst Suriname?

1. Grote of Stille Oceaan
2. Noordelijke IJszee
3. Atlantische Oceaan
4. Indische Oceaan

2a. Kies het juiste woord.
De evenaar/keerkring is de grens van de tropen

1. evenaar
2. keerkring

2b. Kies het juiste woord.
In het tropische regenwoud is een hoge/lage bevolkingsdichtheid

1. lage
2. hoge

2c. Kies het juiste woord
Als je van een plaats op hoge breedte naar een plaats op lage breedte reist, dan stijgt/daalt de gemiddelde temperatuur

1. stijgt
2. daalt

2d. Kies het juiste woord.
In de tropische bossen is de gemiddelde temperatuur hoger/lager dan 15 °C

1. hoger
2. lager

2e. Kies het juiste woord.
Rond de evenaar is het warm. De zonnestralen schijnen loodrecht/schuin op het aardoppervlak

1. loodrecht
2. schuin

3. Bekijk het plaatje hiernaast
Welk kenmerk van het tropische bos wordt in deze figuur weergegeven?

3b. Bekijk de foto hiernaast
Noem nog 2 kenmerken van het tropische regenwoud (anders dan je antwoord op vraag 3a)

3c. Bekijk het plaatje hiernaast. Wat is biodiversiteit?

De regens in het gebied rondom de evenaar

Producten uit de natuur die de mensen goed kunnen gebruiken

Kunstmatig nathouden van landbouwgronden

Achteruitgaan van de begroeiing doordat er te veel vee graast op te weinig grond

De uitbreiding van een woestijn

stijgings-

regens

natuurlijke hulpbronnen

irrigatie

over-

beweiding

verwoestij-

ning

5a. Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan?

Stijgende lucht geeft neerslag, dalende lucht wordt ...

5b. Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan?
De vegetatie van de .............. bestaat uit boomgroepen, struiken en graslanden

5c. Vul het ontbrekende woord hieronder in, dus wat moet er op de stipjes staan?
De natuurlijke plantengroei die ergens voorkomt heet de ......................plantengroei

6.Bekijk de kaartjes goed . Wat is het verband tussen beide kaartjes? (Hoe ........., hoe .......)

7. Wat is het verband tussen de breedteligging van een plek en de temperatuur op die plek? (Hoe ......, hoe.........)

8. Bekijk figuur 3. Hoe heten de gebieden A en B op deze kaart?

1. Sahara en Kalahari
2. Sahara en Gobi
3. Gobi en Victoria
4. Victoria en Kalahari

8b.Beschrijf het klimaat in deze twee droge gebieden door iets te zeggen over de temperatuur en iets over de neerslag.

8c.Beschrijf de vegetatie (plantengroei) in deze droge gebieden

1. woestijn en steppe
2. steppe en savanne
3. woestijn en savanne
4. steppe en tropisch regenwoud

9a. Bekijk de foto. Schrijf hieronder de 4 landschappen op. Van nat naar droog!

9b. Waar in dit plaatje is de evenaar?

1. rechts
2. links van het midden
3. rechts van het midden
4. links

10. Bekijk het plaatje over bodemgebruik in Mali. Wat is het verband tussen bodemgebruik in Mali en de neerslag?

11a. Leg uit waar de droge gebieden zich op aarde bevinden.

11b. Leg aan de hand van de tekening uit, waarom de droge gebieden op aarde zich daar bevinden (antwoord opdracht 11a)

Je hebt de 11 vragen van de toets gemaakt.

Kijk of je álle vragen beantwoord hebt en kijk je antwoorden nog even na.

Daarna lever je de toets in en gaat rustig iets doen met een boek!