6.3 Bevruchting

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.3
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.3
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van biologie en open deze op blz  162.



Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel 
Aan het einde van de les:
- kun je beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt. 
- kun je de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz 163 t/m 165.
Lars 

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Angelo, Daan, Philip, Vince & Justin

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Jules

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Tekstslide

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?
A
Wel bestuiving, geen bevruchting
B
Zowel bestuiving als bevruchting
C
Wel bevruchting, geen bestuiving
D
Geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 6 - Quizvraag

In welke volgorde verloopt de geslachtelijke voortplanting bij planten?
A
Bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
Bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
Bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
Bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

Slide 7 - Quizvraag

Het vruchtbeginsel
is een onderdeel van
A
De helmknop
B
De stamper
C
De stempel
D
De helmdraad

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel vruchtbeginsels
zie je?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 1 t/m 4 op blz 163 t/m 165.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 10 - Tekstslide

Stuifmeelbuis
Uit iedere stuifmeelkorrel groeit een buisje = de stuifmeelbuis

De stuifmeelbuizen groeien door de stijl naar de zaadbeginsels in het vruchtbeginsel.

De kern van een stuifmeelkorrel gaat zo naar een zaadbeginsel toe.

Slide 11 - Tekstslide

Bevruchting
Bevruchten = Het versmelten van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel

-> De stuifmeelkorrel (m) die versmelt met de kern van de eicel (v). 

Slide 12 - Tekstslide

Bevruchting
Als de buis een zaadbeginsel bereikt, barst de top van de stuifmeelbuis open. 
-> De kern van de stuifmeelkorrel dringt de eicel binnen.

Een stuifmeelkorrel = mannelijke geslachtscel
De eicel = vrouwelijke geslachtscel

Slide 13 - Tekstslide

Bevruchting
De kern van de stuifmeelkorrel versmelt met de kern van de eicel = bevruchting

Hierdoor ontstaat er een bevruchte eicel.

Slide 14 - Tekstslide

Bevruchte eicel
Na de bevruchting gaat de eicel zich delen. 
  • Uit de bevruchte eicel ontstaat zo een kiem
  • Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad

Als een zaad kiemt, groeit uit de kiem een kiemplantje

Slide 15 - Tekstslide

Meerdere zaden
Er kunnen meerdere stuifmeelbuizen tegelijk door de stijl groeien. Ze groeien naar verschillende zaadbeginsels. 

In ieder zaadbeginsel kan een eicel worden bevrucht.

Slide 16 - Tekstslide

Meerdere zaden
Uit elk zaadbeginsel waarvan de eicel is bevrucht, kan een zaad ontstaan.
Er kunnen dus meerdere zaden ontstaan in een vruchtbeginsel. 

Als de eicel niet wordt bevrucht, kan de eicel niet uitgroeien tot een kiem. Het zaadbeginsel groeit dan niet uit tot een zaad.

Slide 17 - Tekstslide

Kiem

na bevruchting
Bevruchte eicel deelt
-> er ontstaat een kiem.

= Klein plantje dat ontstaat uit een bevruchte eicel door celdeling. 
Zaad

na bevruchting
Zaadbeginsel groeit
-> hieruit ontstaat zaad

= Deel van een plant dat de kiem en het reservevoedsel voor het kiemplantje bevat

Slide 18 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Angelo, Daan, Philip, Vince & Justin jullie maken zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz 163 t/m 165.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Jules of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 1 + 3.

Slide 19 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz 163 t/m 165.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de inzichtsvragen op blz 165 en 166.
timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt?
- kun je de verandering in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven?

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk: 
Woensdag 15 mei
6.3 opdracht 1 t/m 4


Toetsen: 
-
-

Slide 22 - Tekstslide