In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Relatievormen - groepsdynamica
Slide 1 - Tekstslide
Doelen
SE42 Ik stel me discreet op ten aanzien van vertrouwelijke info.
SE 44. De leerling oefent zich in relatievormen die hij minder goed beheerst.
SE 45 Ik houd rekening met gewenste en ongewenste effecten in een interactie
SE 47 Ik kies bewust relatievormen, rekening houdend met contextelementen zoals de situatie en de partners.
SE 53 Ik ben bereid om de inbreng van de partner ernstig te nemen.
LL 15. De leerling komt tot inzichtelijk leren en denken.
LL 33. De leerling gaat na of hij op de gepaste manier de juiste informatie verworven heeft.
Slide 2 - Tekstslide
Mensen zijn groepsdieren. Wat bedoel ik hiermee?
Slide 3 - Open vraag
De mens als sociaal wezen
Natuurlijke behoefte samen te zijn.
Elkaar beïnvloeden
Een groep = een verzameling van mensen die een gezamenlijk doel nastreven en die met elkaar communiceren en elkaar beïnvloeden.
Slide 4 - Tekstslide
Jij en de groepen waartoe je behoort
Je wordt geboren en vanaf dat moment behoor je tot de eerste en belangrijkste groep: het gezin.
Welke groepsverbanden kom je tijdens je leven allemaal tegen?
Slide 5 - Tekstslide
Bij welke groepen behoor jij?
Slide 6 - Woordweb
OPDRACHT
Stel 4 groepen voor waar jij zelf deel van uitmaakt.
Maak gebruik van een PowerPoint/Canva presentatie om deze groepen voor te stellen. Gebruik foto’s ter ondersteuning en zorg voor fijne weetjes.
Slide 7 - Tekstslide
Beetje theorie
Er zijn twee grote groepen te onderscheiden
Slide 8 - Tekstslide
De groepen
Taakgerichte groep
Sociaal emotionele groep
Een groep die gericht is op het uitvoeren van een taak
Een groep waarvan de leden een sociaal-emotionele verbondenheid hebben met elkaar
Binnen elke groep komen beide dimensies aan bod, maar in verschillende mate. De ene groep zal eerder taakgericht zijn, de andere groep eerder sociaal – emotioneel.
Slide 9 - Tekstslide
OPDRACHT
Noteer hier de 4 groepen waar jij deel van uitmaakt en die je gebruikte bij je presentatie. Noteer in de 2de kolom de doelstelling en in de derde kolom het niveau (taakgericht of sociaal – emotioneel) dat het meest tot uiting komt binnen deze groep.
Zie werkblad
Slide 10 - Tekstslide
Specifiekere groepsvormen
Formele en informele groep
Primaire en secundaire groep
In- en out groep
Homogeen en heterogene groep
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
OPDRACHT
Bij welke formele en informele groep hoor jij? Gebruik de 4 groepen die je hebt besproken. Waar kan je deze in onderverdelen?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
OPDRACHT
Bij welke primaire en secundaire groep hoor jij? Gebruik de 4 groepen die je hebt besproken. Waar kan je deze in onderverdelen?
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
OPDRACHT
Maak een mindmap met voorbeelden van in en out groepen.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
OPDRACHT
Bekijk volgende voorbeelden en sleep elke prent naar de juiste plaats.
Slide 20 - Tekstslide
Homogene groep
Heterogene groep
Slide 21 - Sleepvraag
Peerpressure
Sterk in je schoenen staan bij groepsdruk.
Slide 22 - Tekstslide
Waar denk je aan bij het woord peerpressure?
Slide 23 - Woordweb
Slide 24 - Video
Experiment
Luister naar de instructies van de leerkracht.
Slide 25 - Tekstslide
Samenwerken
Een makkie of juist niet?
Slide 26 - Tekstslide
Verschil tussen...
Samen werken
en
Samenwerken
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
OPDRACHT
Geef voorbeelden van het samenwerken en samen werken.
Slide 29 - Tekstslide
Wat zijn de voor -en nadelen van samenwerken
Slide 30 - Woordweb
Goed samenwerken is niet evident. Hoe komt dit?
Slide 31 - Open vraag
OPDRACHT
Je werkt per 2.
Je krijgt een tekening van een kever.
1 persoon geeft instructies, de ander tekent
Doel = teken de kever zo goed mogelijk na a.d.h.v de instructies.
Slide 32 - Tekstslide
De axenroos van Culvelier
Slide 33 - Tekstslide
Wat is het?
De axenroos is een model waarmee we sociale interacties en gedrag tussen mensen kunnen leren begrijpen.
Slide 34 - Tekstslide
Beetje theorie
Relatiewijzen = de wijze waarop mensen met elkaar omgaan.
complementair = elkaar aanvullen
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Complementair gedrag
De manier waarop jij je gedraagt, heeft invloed op het gedrag van anderen.
Dankzij de apenroos kunnen we inzicht krijgen wat we met ons eigen gedrag uitoefenen op het gedrag van anderen.
Slide 38 - Tekstslide
Eva en Jan werken samen tijdens de les. Eva neemt het voortouw en bepaald hoe ze het zullen aanpakken. Ze geeft instructies aan Jan. Jan volgt de instructies op zonder zelf voorstellen te doen.
Geef aan: Welk gedrag stelt Eva en welk gedrag stelt Jan?
Slide 39 - Open vraag
Slide 40 - Tekstslide
OPDRACHT
Bespreek per 2 volgende casus.
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
De totemdieren van de axenroos
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Tekstslide
Harmoniezone
Slide 45 - Tekstslide
Harmoniezone
Slide 46 - Tekstslide
Afzonderingszone
Slide 47 - Tekstslide
Conflictzone
Slide 48 - Tekstslide
OPDRACHT
Noteer het juiste totemdier bij de bijpassende situatie.
Slide 49 - Tekstslide
OPDRACHT
Welke totemdieren vormen jouw klas?
Zoek in de beschrijving van de totemdieren welk dier jij bent
Bespreek dit en vraag aan je klasgenoten of zij het eens zijn met je.