Zeker van jezelf - zelfkennis en zelfvertrouwen (gebruiken bij infj!)

Zelfbeeld en zelfvertrouwen 



Assertiviteit


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaBasisschoolGroep 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Zelfbeeld en zelfvertrouwen 



Assertiviteit


Slide 1 - Tekstslide

zelfbeeld

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Positief <--> negatief 

             jezelf <--> buitenwereld 



Assertiviteit


Slide 4 - Tekstslide

ZELFBEELD 



Bedankt voor jullie inzet!


Slide 5 - Tekstslide

Waarom belangrijk? 
  • Het vergroot je zelfvertrouwen 
  • Je kan beter beslissingen nemen 
  • Je kan beter aan anderen duidelijk maken wat je wil en wat je niet wil 
  • Je kan meer energie steken in iets wat voor jou belangrijk is 
  • Je weet beter hoe je zal reageren in bepaalde situaties en kunt hier dus vooraf over nadenken 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Je kan maar assertief gedrag vertonen als je assertieve gedachten hebt! 

Slide 8 - Tekstslide

Belangrijke vaststelling

Je kan maar assertief handelen
 als je assertief denkt! 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Foute gedachten 
sneeuwbaleffect 

1 enkele gebeurtenis groeit aan tot een eindeloze serie nederlagen. Een beetje zoals een sneeuwbal die groeit als hij van een heuvel rolt. 
Zwarte bril 
Je ziet enkel de negatieve kant van wat er gebeurt. 

Positief = negatief 
Ook bij positieve dingen vorm je die om tot iets negatiefs. 

te hoge doelen 

We leggen onze doelen zo hoog dat we toch al weten dat ze gaan mislukken. Gedachten zoals ' ik kan niet ...', 'Ik moest eigenlijk...', .. komen vaak voor. 
Voorspellen wat de ander denkt over je en hoe de ander zal reageren. 

Voorspellen wat de toekomst zal brengen.

Dingen opblazen of veralgemenen 

Je maakt negatieve zaken groter dan ze zijn en denkt ook dat ze steeds en alleen bij jou gebeuren. 
emotioneel denken 

Je emoties worden je de baas en kleuren je gedachten. Je vergeet wat er in de werkelijkheid gebeurt omdat je overmand bent door je emoties. 
zwart wit denken/ alles of niets denken 

Grijs bestaat niet. Dit is echter onrealistisch in de echte wereld. 
Etiket 

Je plakt jezelf, situaties en andere snel een etiket op door zaken die gebeuren. 

Slide 11 - Tekstslide

Foute gedachten 
Helpende gedachten 
Opkomen voor mezelf is egoïstisch
Ik mag gerust hulp vragen aan anderen
Het komt erop aan de sterkste te zijn
Ik kan beter mijn mond houden 
Als ik mijn gedacht zeg weet de ander wat ik er van vind 
Ik kan niet meer doen dan mijn best 
Er wordt nooit naar mij geluisterd 
Hulp vragen is een teken van zwakte 
Ik moet tegen iedereen altijd beleefd blijven 

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

Zelfvertrouwen 
Ik sta sterk in mijn schoenen 
Ik weet wat ik kan 
Ik ben zeker van mezelf
Ik twijfel niet aan mezelf 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

In welke situaties heb je weinig zelfvertrouwen?

Slide 16 - Open vraag

Is je zelfvertrouwen toegenomen of afgenomen het voorbije jaar?
A
toegenomen
B
afgenomen

Slide 17 - Quizvraag

Wat verkleint jouw zelfvertrouwen?

Slide 18 - Open vraag

Wat vergroot jouw zelfvertrouwen?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Noteer uw successen van deze week!

Slide 21 - Open vraag

Mindset
Welke stap op de ladder heb jij vandaag gezet?

Welke stap ga je straks zetten?


Slide 22 - Tekstslide

positieve eigenschappen 
1. Bekijk de volgende lijst met positieve eigenschappen 
2. Kies er 3 uit en schrijf deze op een briefjes 
3. Geef het briefje af 
4. De leerkracht leest de eigenschappen voor 
5. De andere cursisten raden bij wie de eigenschappen horen 

Slide 23 - Tekstslide