Een symbiose is een langdurige relaties tussen organismen van verschillende soorten.
Minstens 1 soort heeft voordeel hiervan.
Slide 3 - Tekstslide
Invullen: Drie vormen van symbiose
Mutualisme -
Parasitisme -
Commensalisme -
Soort 1
Soort 2
Mutualisme
Parasitisme
Commensalisme
Slide 4 - Tekstslide
Drie vormen van symbiose
Mutualisme - beide soorten hebben voordeel.
Parasitisme - één soort heeft voordeel, de ander heeft nadeel.
Commensalisme - één soort heeft voordeel, de andere geen nadeel.
Soort 1
Soort 2
Mutualisme
+
+
Parasitisme
+
-
Commensalisme
+
Slide 5 - Tekstslide
Epifytisme
Een speciale vorm van commensalisme is epifytisme. Hierbij groeit de ene soort plant op de andere soort plant.
De boomstam dient als ondergrond voor de klimop.
Kortsmossen en algen leven op de boomstam van de boom.
Slide 6 - Tekstslide
1a. Als je samen met een klasgenoot een werkstuk maakt, is dat geen symbiose. Leg uit waarom dit geen symbiose is.
Slide 7 - Open vraag
2. (Bron 9 en 10) Er leven teken op de kop van een hond en zuigvissen op de rug van een walvishaai. Toch zijn de symbiosevormen verschillend. Wat is het verschil?
Slide 8 - Open vraag
Roodborst voert een jonge koekoek
Welke samenlevingsvorm is dit?
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme
D
Epifytisme
Slide 9 - Quizvraag
Een bij bestuift een bloem
Welke samenlevingsvorm is dit?
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme
D
Epifytisme
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Uit de tekst blijkt dat er tijdens het broeden van beide vogels een bijzondere relatie bestaat tussen roodhalsganzen en slechtvalken. Hoe wordt deze relatie genoemd?