Evolutie: Geleidelijke verandering in populaties door overerving met variatie en natuurlijke selectie.
Evolutie theorie: Verklaart hoe en waarom soorten in de loop van de tijd veranderen en hoe nieuwe soorten ontstaan.
Slide 6 - Tekstslide
Evolutie
Evolutie: Geleidelijke verandering in populaties door overerving met variatie en natuurlijke selectie.
Evolutie theorie: Verklaart hoe en waarom soorten in de loop van de tijd veranderen en hoe nieuwe soorten ontstaan.
Slide 7 - Tekstslide
Fossielen
Door fossielen zijn wij ontzettend veel te weten
gekomen over hoe soorten zijn ontstaan
Versteende overblijfselen of afdrukken van organismen
Deze kunnen worden gevormd doordat resten van organismen bedekt worden met sediment (zuurstof vrij afgesloten in gesteente)
Slide 8 - Tekstslide
Hoe vormen soorten zich?
Slide 9 - Tekstslide
Soorten
Alle leden van een soort kunnen zich onderling voortplanten en daarbij vruchtbare nakomelingen voortbrengen.
Paard x Ezel = Muildier of muilezel, maar is onvruchtbaar.
natuurlijke barrière
Het ontstaan van een nieuw soort duurt honderden jaren
Slide 10 - Tekstslide
Populatie
Een groep van bij elkaar levende individuen van een bepaalde soort.
Voortplanting vindt plaats tussen organismen van dezelfde populatie.
Verscheidenheid binnen populaties belangrijk
Slide 11 - Tekstslide
Soort vorming
Door:
Isolatie
Mutatie
Natuurlijke selectie / kunstmatige selectie
Slide 12 - Tekstslide
Isolatie
Wanneer populatie dieren of planten van de rest van de soort gescheiden raken
Meestal geografische oorzaken
Slide 13 - Tekstslide
Mutaties
Door een mutatie zal het genotype van een afgescheiden populatie veranderen
Mutatie = een plotselinge verandering in een gen
Slide 14 - Tekstslide
Natuurlijke selectie
Van de nakomelingen zullen degenen die het beste zijn aangepast aan de omgeving een grote kans hebben te overleven.
eiland theorie
Slide 15 - Tekstslide
Kunstmatige selectie
Mensen kunnen organismen op hun eigenschappen selecteren.
Wat zijn de voor en nadelen?
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Homologe organen:
Organismen die zeer van elkaar verschillen hebben toch organen die op dezelfde manier opgebouwd zijn.
Slide 18 - Tekstslide
Rudimentaire organen: Overblijfselen van aanpassingen die belangrijk waren voor hun voorouders, maar die in de huidige soort hun functie verloren hebben.
Slide 19 - Tekstslide
Analoge organen: organen met dezelfde vorm en functie, maar onafhankelijk van elkaar ontstaan
Slide 20 - Tekstslide
Ontstaan van soorten
Slide 21 - Tekstslide
Aan de slag!
Werkblad
Slide 22 - Tekstslide
Start literatuuronderzoek
In tweetallen of alleen
bedenk een hoofdvraag: moet te maken hebben met biologie (kan dus van alles zijn!)
bedenk 4 deelvragen om je hoofdvraag te kunnen beantwoorden
bedenkt een hypothese (wat verwacht jij dat het antwoord op je hoofdvraag is?)