In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
H5 - spelling
Slide 1 - Tekstslide
Programma
- Welkom
- Doelen
- Herhaling
- Instructie
- Aan het werk
- Evaluatie
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
Aan het einde van de les
- kun je het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijven
- weet je wat de bezitsvorm is en hoe je deze moet schrijven
- kun je de bezitsvorm van woorden goed schrijven
- weet je wanneer je getallen voluit moet schrijven
Slide 3 - Tekstslide
Meervoud
- Als het woord eindigt op -ie moet je goed opletten. Als de klemtoon op de laatste klankgroep ligt --> +ën, bijvoorbeeld:
fantasie --> fantasieën
Als de klemtoon niet op de laatste klankgroep ligt --> + n en er komt een trema op de laatste e, zoals: bacterie --> bacteriën
Slide 4 - Tekstslide
Het meervoud van porie is ...
Slide 5 - Open vraag
Het meervoud van kopie is ...
Slide 6 - Open vraag
Meervoud
En:
- Bij sommige woorden verandert een letter s of f in het meervoud, bijvoorbeeld: duif --> duiven / huis --> huizen
- Sommige meervoudsvormen zijn heel anders dan je denkt, bijvoorbeeld: schip --> schepen
- Sommige woorden hebben alleen een enkelvoud of alleen een meervoud, zoals: hersenen / muziek / snoep
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht
Noteer het meervoud van onderstaande woorden in je schrift.
laars paraplu druppel raam strand
reis zee kampvuur vakantie lolly
Slide 8 - Tekstslide
Antwoorden
laarzen paraplu's druppels ramen stranden
reizen zeeën kampvuren vakanties lolly's
Slide 9 - Tekstslide
Bezitsvorm
In plaats van "de schoenen van mijn vader" kun je zeggen: "mijn vaders schoenen". Dit noem je de bezitsvorm van het znw. Die maak je meestal door een -s achter een woord te zetten.
De tas van Kim. --> Kims tas.
De etui van Paul. --> Pauls etui.
Slide 10 - Tekstslide
Bezitsvorm
Je kunt niet altijd een s achter een woord plakken.
Als het woord eindigt op een open klank of y, lees je een woord verkeerd. Je schrijft dan: 's. --> Het is oma's tas.
Als het woord eindigt op een sisklank, kun je er geen s achter zetten. Je schrijft dan alleen een ' --> Het is Suus' boek.
Slide 11 - Tekstslide
De tas van Kelly. Het is ... tas.
A
Kellys
B
Kelly's
C
Kellies
Slide 12 - Quizvraag
De tas van Bea. Het is ... tas.
A
Beas
B
Bea's
C
Beas'
Slide 13 - Quizvraag
De auto van Bente . Het is ... auto.
A
Bentes
B
Bente's
C
Bentes'
Slide 14 - Quizvraag
De auto van Max. Het is ... auto.
A
Max
B
Max's
C
Max'
Slide 15 - Quizvraag
Getallen
In teksten schrijf je cijfers voluit, behalve als ...
- het een getal boven duizend is, dus vanaf 1001.
- het gaat om maten en gewichten.
- het gaat om ingewikkelde getallen, bijvoorbeeld tweehonderdnegenennegentig --> 299.
Slide 16 - Tekstslide
Maak de opdracht in je schrift.
Slide 17 - Tekstslide
Doelen
Aan het einde van de les
- kun je het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijven
- weet je wat de bezitsvorm is en hoe je deze moet schrijven
- kun je de bezitsvorm van woorden goed schrijven
- weet je wanneer je getallen voluit moet schrijven