vloeistoffen en fasenveranderingen

Proefje 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Open vraag
TechniekBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Proefje 1

Slide 1 - Open vraag

Het plastic van het boterhamzakje is elastisch. Als je het potlood door het zakje hebt geprikt, dan drukt het plastic tegen het potlood. Hierdoor kan er geen water langs het potlood lekken.

Het plastic van een boterhamzakje kan makkelijk vervormen. Als je met een potlood in het plastic prikt, dan duw je het plastic weg en ontstaat er een gat.
Maar het plastic is ook een beetje elastisch. Zolang het potlood in het gat zit, drukt het plastic rond het gat tegen het potlood. Hierdoor wordt het gat helemaal afgesloten en kan er geen water uit het boterhamzakje lekken.
Als je het potlood uit het zakje trekt. dan is het gat niet meer afgesloten en zal het water erdoor stromen.

fasenveranderingen

dichtheid

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel:
Je kunt uitleggen wat er gebeurt als stoffen verwarmen en afkoelen.
Je kunt benoemen hoe deze processen heten.
Je kunt uitleggen waarom iets blijft drijven.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

video over de drie fasen
vast
gas
Water
vloeibaar

Slide 5 - Tekstslide

Gebruik de potloodtool van je bord om moleculen te tekenen van een vloeibare stof en een vaste stof. 

Laat de kinderen op een wisbordje meetekenen

Slide 6 - Tekstslide

Demonstreer de fasendriehoek. Klik terug naar de slides met water en ijs om de termen condenseren en verdampen, verdampen, smelten en stollen uit te leggen. 

Condenseren, verdampen, smelten en stollen zijn termen die de kinderen na de les moeten kennen. 

Sublimeren en rijpen zijn termen die niet in SLO staan voor de basisschool. 

rijpen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Dichtheid proef 2

Slide 9 - Tekstslide

Hierna heb je een doorzichtige bak met water nodig. Hierdoor kunnen de kinderen duidelijk zien of materiaal blijft drijven of niet. 


Dichtheid
water 997 kg/m3 
920 kg/m3
917 kg/m3

Slide 10 - Tekstslide

Hierna heb je een doorzichtige bak met water nodig. Hierdoor kunnen de kinderen duidelijk zien of materiaal blijft drijven of niet. 


Een steen
A
Het drijft
B
Het drijft niet

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een kurk
A
Het drijft
B
het drijft niet

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een lege fles water
A
Het drijft
B
Het drijft niet

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een flesje water met water erin
A
Het drijft
B
Het drijft niet

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een takje
A
Het drijft
B
het drijft niet

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt met de waterdeeltjes en de dichtheid er als water gaat bevriezen?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt met de waterdeeltjes en de dichtheid er als water gaat koken?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom drijven stoffen wel of niet op water?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies