vloeistoffen en fasenveranderingen
Wat gebeurt er als ik deze zak water doorprik met een scherp potlood?
1 / 20
Onderdelen in deze les
Wat gebeurt er als ik deze zak water doorprik met een scherp potlood?
Slide 1 - Open vraag
Het plastic van het boterhamzakje is elastisch. Als je het potlood door het zakje hebt geprikt, dan drukt het plastic tegen het potlood. Hierdoor kan er geen water langs het potlood lekken.
Het plastic van een boterhamzakje kan makkelijk vervormen. Als je met een potlood in het plastic prikt, dan duw je het plastic weg en ontstaat er een gat.
Maar het plastic is ook een beetje elastisch. Zolang het potlood in het gat zit, drukt het plastic rond het gat tegen het potlood. Hierdoor wordt het gat helemaal afgesloten en kan er geen water uit het boterhamzakje lekken.
Als je het potlood uit het zakje trekt. dan is het gat niet meer afgesloten en zal het water erdoor stromen.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat gebeurt er met water in de vriezer?
Slide 4 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Tip: Stop een beker met water in de vriezer en laat dit zien.
Slide 6 - Tekstslide
Tip: gebruik een waterkoker om kokend water te laten zien. Stoom is een belangrijk onderwerp
Slide 7 - Link
video over de drie fasen
Slide 8 - Tekstslide
Demonstreer de fasendriehoek. Laat de kinderen na deze slide de driehoek zo goed mogelijk namaken op een wisbord.
Condenseren, verdampen, smelten en stollen zijn termen die de kinderen na de les moeten kennen.
Sublimeren en rijpen zijn termen die niet in SLO staan voor de basisschool.
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Hierna heb je een doorzichtige bak met water nodig. Hierdoor kunnen de kinderen duidelijk zien of materiaal blijft drijven of niet.
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Een steen
A
Het drijft
B
Het drijft niet
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
een appel
A
Het drijft
B
het drijft niet
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een lege fles water
A
Het drijft
B
Het drijft niet
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een flesje water
A
Het drijft
B
Het drijft niet
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een vers ei
A
Het drijft
B
het drijft niet
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat gebeurt met de moleculen en de dichtheid er als water gaat bevriezen
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat gebeurt met de moleculen en de dichtheid er als water gaat koken.
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom drijven stoffen wel of niet op water?
Slide 19 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat gebeurt er als water kookt?
Slide 20 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
