vloeistoffen en fasenveranderingen

Wat gebeurt er als ik dit ijsklontje in de beker met slaolie stop
1 / 22
volgende
Slide 1: Open vraag

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gebeurt er als ik dit ijsklontje in de beker met slaolie stop

Slide 1 - Open vraag

Het plastic van het boterhamzakje is elastisch. Als je het potlood door het zakje hebt geprikt, dan drukt het plastic tegen het potlood. Hierdoor kan er geen water langs het potlood lekken.

Het plastic van een boterhamzakje kan makkelijk vervormen. Als je met een potlood in het plastic prikt, dan duw je het plastic weg en ontstaat er een gat.
Maar het plastic is ook een beetje elastisch. Zolang het potlood in het gat zit, drukt het plastic rond het gat tegen het potlood. Hierdoor wordt het gat helemaal afgesloten en kan er geen water uit het boterhamzakje lekken.
Als je het potlood uit het zakje trekt. dan is het gat niet meer afgesloten en zal het water erdoor stromen.

vloeistoffen en fasenveranderingen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel:
Je leert wat er gebeurt als stoffen verwarmen en afkoelen.
Je leert over dichtheid van stoffen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met water in de vriezer?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Tip: Stop een beker met water in de vriezer en laat dit zien. 
Teken mee!
vloeibaar
vast

Slide 6 - Tekstslide

Gebruik de potloodtool van je bord om moleculen te tekenen van een vloeibare stof en een vaste stof. 

Laat de kinderen op een wisbordje meetekenen
Wat gebeurt er als water kookt?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Tip: gebruik een waterkoker om kokend water te laten zien. Stoom is een belangrijk onderwerp

Slide 9 - Link

video over de drie fasen

Slide 10 - Tekstslide

Demonstreer de fasendriehoek. Klik terug naar de slides met water en ijs om de termen condenseren en verdampen, verdampen, smelten en stollen uit te leggen. 

Condenseren, verdampen, smelten en stollen zijn termen die de kinderen na de les moeten kennen. 

Sublimeren en rijpen zijn termen die niet in SLO staan voor de basisschool. 

rijpen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sublimeren: rookmachine

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dichtheid
Hoe dichter de moleculen bij elkaar zijn en hoe zwaarder de stof is, hoe hoger de dichtheid is. 

Slide 13 - Tekstslide

Hierna heb je een doorzichtige bak met water nodig. Hierdoor kunnen de kinderen duidelijk zien of materiaal blijft drijven of niet. 


Gaat het drijven???

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een steen
A
Het drijft
B
Het drijft niet

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een kurk
A
Het drijft
B
het drijft niet

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een lege fles water
A
Het drijft
B
Het drijft niet

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een flesje water met water erin
A
Het drijft
B
Het drijft niet

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een takje
A
Het drijft
B
het drijft niet

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt met de waterdeeltjes en de dichtheid er als water gaat bevriezen?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt met de waterdeeltjes en de dichtheid er als water gaat koken?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom drijven stoffen wel of niet op water?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies