Voorvoegsel en achtervoegsel

Welkom! Zet je tas tegen de gele muur en pak je spullen! 
timer
3:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom! Zet je tas tegen de gele muur en pak je spullen! 
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blz. 92: Voorvoegsel en achtervoegsel
Doelen: Je kunt ...
  1. Grondwoorden herkennen.
  2. Voor- en achtervoegsels in woorden  herkennen, aanduiden en gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pretest: Wat weet je al? Pak je device en ga naar Blooket.
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke begrippen
  • Grondwoorden
  • Voorvoegsel
  • Achtervoegsel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondwoord
Een grondwoord is een stamwoord of woordkern, je kan dit niet opsplitsen. Het is een woord waarbij je een voorvoegsel en achtervoegsel kunt schrijven. --> ongebruik(e)lijk

Door te kijken naar een grondwoord, voorvoegsel en achtervoegsel kun je de betekenis van een woord achterhalen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van grondwoorden
voorvoegsel - grondwoord - achtervoegsel

on - gebruik - (e)lijk
super-gehoor-zaam
her-bruik-baar

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorvoegsel 
- een stukje vóór een grondwoord
- het kan niet op zichzelf voorkomen
- daardoor verandert het grondwoord van betekenis

Bijvoorbeeld: 
on (=voorvoegsel) + rustig = onrustig

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorvoegsel 

Bijvoorbeeld:

her (= voorvoegsel) + gebruiken = hergebruiken

mis + dragen = misdragen

non + fictie = non-fictie

ex + vriend = ex-vriend

on + zeker = onzeker

Een (grond)woord met een voorvoegsel noemen we een afleiding.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorvoegsels 
Een voorvoegsel heeft soms wel een betekenis: 
on- = niet; her- = opnieuw

Door te kijken naar een voorvoegsel kun je de betekenis van een woord beter achterhalen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Achtervoegsel 
Er zijn veel woorden die eindigen op -heid, -lijk, -ing, -ig, -er, -erd, -aar, -aard, -baar, -rik of -isch

Deze korte stukjes zijn achtervoegsels,
je schrijft ze altijd op dezelfde manier.

Slide 11 - Tekstslide

achtervoegsels zet je altijd achter een woord, zoals het woord zelf al aangeeft: achtervoegsels. Het gaat dus om het laatste deel van een woord.

Achtervoegsel 
Een achtervoegsel is een vast stukje aan het eind van een grondwoord. Het kan niet op zichzelf voorkomen.
 
Sommige hebben een eigen betekenis.
--> Vervangbaar, blijheid, kinderlijk
-baar: zegt wat je ermee kunt doen.
-heid: zegt iets over hoe iemand of iets is.
-lijk: zegt wat van of voor iemand of iets is.


Slide 12 - Tekstslide

achtervoegsels zet je altijd achter een woord, zoals het woord zelf al aangeeft: achtervoegsels. Het gaat dus om het laatste deel van een woord.

Voorbeelden van achtervoegsels:
-je, -tje, -pje, -kje : autootje, zomerkoninkje
-loos :geluidloos, achteloos
-ig : prachtig, doorzichtig
-achtig : zoethoutachtig, geelachtig
-schap : vriendschap, draagmoederschap
-heid : schoonheid, traagheid
-lijk : koninklijk, hoofdzakelijk

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk een woord met een voorvoegsel:
timer
1:00

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk een woord met een achtervoegsel:
timer
1:00

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het grondwoord van: onmenselijk

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het achtervoegsel van: beestachtig

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken op blz. 92-93
timer
10:00
Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies