A les 3 Jeugdliteratuur

Lesplanning

* 10 min. lezen in je leesboek
* woordenschat
* terugblik vorige les
* oefeningen
* huiswerk en opdrachten vorige les bespreken


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* hoe de jeugdliteratuur zich heeft ontwikkeld en hoe verhaalpersonages per tijdsperiode verschillen.
* herkennen uit welke periode een verhaal of gedicht ongeveer stamt.
* nadenken over de (voorbeeld)rollen van verhaalpersonages.

timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning

* 10 min. lezen in je leesboek
* woordenschat
* terugblik vorige les
* oefeningen
* huiswerk en opdrachten vorige les bespreken


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* hoe de jeugdliteratuur zich heeft ontwikkeld en hoe verhaalpersonages per tijdsperiode verschillen.
* herkennen uit welke periode een verhaal of gedicht ongeveer stamt.
* nadenken over de (voorbeeld)rollen van verhaalpersonages.

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat
Schrijf van alle woorden (grijze woorden OB) de betekenis in je schrift, als je deze weet.

Zijn er woorden waarvan je de betekenis nog niet weet?

timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.

Als de held van een verhaal ondeugend is, maar zich uiteindelijk wel aan de regels houdt, komt het verhaal waarschijnlijk uit ...

1. het eind van de 18e eeuw
2. het begin van de 20e eeuw
3. de periode na WOII
4. de moderne tijd

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.

Het woord 'moraal' betekent in deze context ...

1. dodelijke saaiheid
2. een rolmodel
3. boodschap of les van het verhaal
4. normen

Slide 4 - Tekstslide

Jeugdliteratuur toen en nu
Eind 18e eeuw: 
voor het eerst kinderboeken, nuttig en vormend
moraal stond voorop, niet de spanning 

Eind 19e / begin 20e eeuw:
De (rechtschapen) deugniet is de held, de braverik is vaak schijnheilig.
Nog steeds vormende verhalen

Na WOII:
Helden van kinderboeken trokken zich weinig aan van de regels van volwassenen

Moderne tijd:
Geen vaste rolmodellen, iedereen mag zichzelf zijn en moet anderen accepteren zoals zij zijn

Slide 5 - Tekstslide

Bespreken
huiswerk (par. A opdr. 3) en opdrachten vorige les
par. A opdr. 4 (en opdr. 5).

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht maken
We maken opdracht 5 en 6. Je mag zachtjes overleggen met je buurman of -vrouw.

Als je klaar bent, lees je van het handboek (HB) blz. 58 - 59
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 7
Samen met je buurman of -vrouw maak je opdracht 7 van het oefenboek (OB). 

Jullie eindresultaat leveren jullie bij mij in. Zet beide namen op jullie blad.
timer
12:00

Slide 8 - Tekstslide

Eerste-lessen-reactiepapier
Tijd voor de eerste-lessen-reactiepapier! 

Lees mijn reactie op jouw vraag of opmerking en stel een vraag over deze les of geef een opmerking.
timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 18-09:
lezen HB blz. 44 - 53 + 58-59 (herhaling klas 1)
maken OB H1 par. B opdr. 3
woordenlijst van OB H1 par. B

Slide 10 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 11 - Open vraag

Wat hebben we deze les gedaan?

Slide 12 - Open vraag

Ik weet hoe de jeugdliteratuur zich heeft ontwikkeld en hoe verhaalpersonages per tijdsperiode verschillen.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 13 - Poll

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll