De Gouden Eeuw (herhaling)

Noem woorden die bij de Gouden Eeuw horen.
1 / 20
volgende
Slide 1: Woordweb

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Noem woorden die bij de Gouden Eeuw horen.

Slide 1 - Woordweb

In welke tijd valt de Gouden Eeuw?
A
1400-1500
B
1500-1600
C
1600-1700
D
1700-1800

Slide 2 - Quizvraag

Hoe noemden we Nederland tijdens de Gouden Eeuw?
A
Nederland
B
Duitsland
C
Batavia
D
de Republiek

Slide 3 - Quizvraag

De republiek

We noemden Nederland in de Gouden Eeuw 'de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden'.

De republiek bestond uit 7 gewesten (een soort provincies).

Ieder gewest had een eigen bestuur: de gewestelijke staten.

Het bestuur van de hele Repulbiek werd de Staten Generaal genoemd.

Slide 4 - Tekstslide

Noem bekende personen uit de Gouden Eeuw.

Slide 5 - Woordweb

Leg uit wie de stadhouder en de raadspensionaris waren.

Slide 6 - Open vraag

Welk antwoord is waar?
A
De raadspensionaris en de stadhouder waren allebei regenten
B
Ze waren allebei geen regenten
C
De stadhouder en de raadspensionaris waren de enige regenten
D
Alleen de raadspensionaris was regent

Slide 7 - Quizvraag

Regenten

Regenten waren de mensen die de republiek bestuurden.

Ze waren rijk, maar hoefden niet per sé van adel te zijn.

De stadhouder was de baas van de vloot en het leger.

De raadspensionaris was de belangrijkste regent en was de voorzitter van de Staten Generaal.

Er was een strijd tussen de stadhouder en de raadspensionaris.

Slide 8 - Tekstslide

De Republiek werd rijk door de handel. Wat was het eerste handeltje dat ze bedacht hadden?
A
Specerijen uit Azië halen (VOC)
B
Zuivel verkopen aan het Oostzeegebied
C
Slaven aan Amerika verkopen (WIC)
D
Schepen aan andere landen verkopen

Slide 9 - Quizvraag

Handel met het Oostzeegebied

De Republiek was een nat land dat niet geschikt was voor het verbouwen van graan.

Wel kon er goed gras groeien, waarop vee kon grazen.

Van de melk die koeien gaven kon boter en kaas gemaakt worden (= langer houdbaar dan melk).

Deze zuivelproducten werden in het Oostzeegebied verhandeld tegen hout en graan.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de reden waarom de VOC is opgericht?

Slide 11 - Open vraag

De VOC

De VOC werd opgericht om concurrentie tussen handelscompagnieen tegen te gaan.

Op die manier konden alle handelaren een hoge prijs vragen.

De VOC handelde met landen in Azie.

Slide 12 - Tekstslide

Waarom trok de Republiek in de Gouden Eeuw veel buitenlanders aan?

Slide 13 - Open vraag

Doordat er veel mensen naar de Republiek kwamen, kreeg Amsterdam 2 problemen. Welke 2 waren dat?
A
Diefstal en niemand sprak nog Nederlands
B
Huizen tekort en voedsel tekort
C
Straatafval en ongelovigheid
D
Smerige grachten en armoede

Slide 14 - Quizvraag

Wat had Jan Adriaanszoon Leeghwater bedacht?
A
Een nieuw en supersnel schip
B
Een manier om het Beemstermeer droog te leggen
C
Huizen die aan grachten lagen in plaats van aan wegen
D
Een manier om water te zuiveren in de stad

Slide 15 - Quizvraag

Immigratie

De republiek trok veel buitenlanders aan omdat er geld te verdienen was in de handel en er was godsdienstvrijheid.

Daardoor kwam er in Amsterdam een woningtekort en een voedseltekort.

Oplossingen:

- er werden nieuwe grachten (met daaraan grachtenhuizen) aangelegd

- het Beemstermeer werd drooggelegd voor meer landbouwgrond

Slide 16 - Tekstslide

Wat werd er in de Gouden Eeuw gedaan om de armen te helpen?

Slide 17 - Open vraag

Wat was het rasphuis?
A
Een weeshuis
B
Een gevangenis waar je werd opgesloten in een cel
C
Een gevangenis waar je verplicht moest werken
D
Een ziekenhuis

Slide 18 - Quizvraag

Armenhulp

Er waren verschillende mensen die de armen hielpen:

  • De kerk hielp de armen uit liefdadigheid
  • De gilden hielpen eigen ambachtslieden die ziek of gehandicapt waren geworden
  • Rijke burgers hielpen de armen. Doel: zelfpromotie of promotie van de stad.
  • De stadsoverheid zorgde voor armen die nergens anders terecht konden.

Slide 19 - Tekstslide

Knappe koppen

In de Gouden Eeuw woonden er veel slimme mensen in de Republiek.

Dat kwam omdat er in de Repulbiek veel vrijheid was.

Mensen mochten van alles onderzoeken en mochten ook hun eigen mening vertellen.

De handelaars in de Republiek hadden ook baat bij de wetenschap (denk bijvoorbeeld aan het ontwerpen van nieuwe landkaarten).

Slide 20 - Tekstslide