Commercieel uitleg assortiment

Retail & styling
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Retail & styling

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Uitleg assortimentsbegrippen.
Smal of breed, lang of kort, diep of ondiep, consistent of niet-consistent.


Slide 2 - Tekstslide

Wat is een assortiment?
A
Hoeveel een winkel kan produceren per dag.
B
Alle producten die in een winkel liggen.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het kernassortiment van een schoenenwinkel
A
Schoensmeer
B
Veters
C
Schoenen
D
Anti zweetvoetcreme

Slide 4 - Quizvraag

de opbrengst van een schoenenwinkel bestaat 50% uit het kernassortiment.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Veters, schoensmeer en sokken behoren tot het randassortiment van een winkel.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Samengevat
80 % van de opbrengst bestaat uit de verkoop kernassortiment
20% van de opbrengst bestaat uit de verkoop randassortiment.

Slide 7 - Tekstslide

4 assortimentsbegrippen
Breed en smal
Diep en ondiep 
Lang en kort
Hoog of laag

Slide 8 - Tekstslide

Breed en smal
Breed: Er zijn veel verschillende soorten productgroepen.
Bv: Action

Smal: Er zijn slechts enkele soorten productgroepen.
Bv: Schoenenzaak

Slide 9 - Tekstslide

Diep en ondiep
Diep: Er zijn veel verschillende producten per productgroep
Vb: Veel verschillende telefoons (modellen, merken)

Ondiep: Weinig producten binnen één productgroep.
Vb: Slechts keuze uit 2 telefoons binnen productgroep telefoons.

Slide 10 - Tekstslide

Lang of Kort

Slide 11 - Tekstslide