Tussen 23 mei en 13 juni = elke les aantal mensen presenteren i.p.v. lezen in de les.
Boek uitlezen in je eigen tijd voor de pitch.
2-5 minuten
Geen PowerPoint, creativiteit staat centraal naast de inhoud.
Keuze: pitchen voor een regisseur, pitchen voor de klas met foto's, pitchen voor de klas met een gedicht of eigen keuze waarbij pitchen centraal staat.
Volledige informatie in Classroom.
Slide 11 - Tekstslide
Inhoud boekenpitch
Titel,
schrijver,
eerste druk van het boek,
tijd in het boek,
ruimte in het boek,
functie van ruimte en tijd.
Gebruik voor tijd en ruimte de theorie van het leesdossier (volgende dia's).
Vorm boekenpitch
Doel pitch is altijd overtuigen van je publiek (docent en/of klasgenoten).
Presentatie voor de klas (let op verstaanbaarheid, enthousiasme en tempo).
Geen PowerPoint.
2-5 minuten.
Vrije keuze voor creativiteit/originaliteit.
Slide 12 - Tekstslide
Mare 23-mei
Nikki 23-mei
Jiri 23-mei
Koen 25-mei
Bram 25-mei
Daan 25-mei
Hugo 25-mei
Latoya 30-mei
Eline 30-mei
Fabian 30-mei
Stijn 30-mei
Mette 1-jun
Claire 1-jun
Sami 1-jun
Matthew 1-jun
Liv 6-jun
Ilayda 6-jun
Niekan 6-jun
Jay 6-jun
Quinty 8-jun
Elin 8-jun
Charlotte 8-jun
Jade 8-jun
Jasmijn 13-jun
Duco 13-jun
Danny 13-jun
Rick 13-jun
Planning Boekenpitches
Slide 13 - Tekstslide
Tijd
Flashback: je gaat terug in de tijd om informatie te krijgen over eerdere gebeurtenissen die belangrijk zijn voor het personage of het verhaal.
Flashforward: je krijgt informatie over de toekomst in het verhaal om je als lezer extra informatie te geven die de personages nog niet weten of om je nieuwsgierig te maken.
Chronologisch: verhaal wordt in logische tijdsvolgorde vertelt zonder flashbacks of flashforwards (fabel).
A-chronologisch: tijd verandert vaak in het verhaal, niet in de logische volgorde van tijd verteld. Er zijn flashbacks en/of flashforwards in het verhaal (sujet).
Slide 14 - Tekstslide
Ruimte in een verhaal
Kan een stad, plaats of ruimte zijn.
Eén of meerdere plekken die belangrijk zijn voor het verhaal.
Kijk naar de plekken of ruimtes waar de hoofdpersoon veel meemaakt in het verhaal.
Slide 15 - Tekstslide
Functies van spelen met tijd of ruimte in een verhaal
Spanning.
Extra informatie: gebeurtenissen / personages.
Informatie over karakter / motieven van personages.
Slide 16 - Tekstslide
Lessen 11 en 16 mei PO in de les
Neem een opgeladen Chromebook mee.
Neem je Nederlands lesboek (Nieuw Nederlands) mee als hulpmiddel.
Neem je leesboek (fictie) mee om te lezen zodra je klaar bent.